Op 13 maart was het de jaarlijkse ABVV-actiedag tegen sociale dumping. Ter herinnering, sociale dumping is “het geheel aan praktijken dat door sommige werkgevers wordt toegepast om ‘kosten’ en ‘lasten’ tot een strikt minimum te beperken. In werkelijkheid gaat het gewoon over het afbouwen van rechten van de betrokken werknemers”, aldus het ABVV. Ten koste van de gezondheid, de veiligheid en de goede arbeidsomstandigheden van het personeel.
Deze praktijken omvatten het gebruik van buitenlandse postbusbedrijven, misleidende contracten of de frauduleuze detachering van buitenlandse werknemers … Werknemers die de taal van het land waar ze belanden, vaak niet (of onvoldoende) spreken om hun rechten te begrijpen. De gevolgen: geen sociale bescherming bij ongeval of ziekte, loon dat niet wordt uitbetaald, erbarmelijke werk- of huisvestingsomstandigheden … Maar ook ernstigere gevallen van uitbuiting of mensenhandel komen in deze context voor. Dit alles tegen een achtergrond van oneerlijke concurrentie met de Belgische werknemers.
“Sociale dumping heeft een enorme menselijke, sociale, fiscale en concurrentiële impact. De eerste slachtoffers zijn de werknemers, of ze nu Belg zijn of buitenlander. We zien maar al te vaak zeer lange ketens van onderaanneming … En een doorschuiven van verantwoordelijkheid tussen elk van de bedrijven – opdrachtgevers, onderaannemers, aannemers, enzovoort … – in geval van schending van rechten of schade opgelopen door de werknemers.”
Raf De Weerdt, federaal secretaris ABVV
Vakbondsleden zonder grenzen
“Wij zijn vakbondsmensen zonder grenzen”, aldus Frédéric Lapaglia, delegee van de Algemene Centrale in Bergen. “Ongeacht onze herkomst, ongeacht onze nationaliteit, zijn wij bovenal arbeiders, kameraden. Ik ben de eerste die blij is als een er nieuwe collega in mijn bedrijf wordt aangenomen, of hij nu Belg, Portugees of Pool is. Het echte probleem zijn niet de werknemers, maar de oneerlijke concurrentie die door bepaalde bedrijven wordt georganiseerd.”
Deze actiedag staat in het teken van onderaanneming, waar sociale dumping veel voorkomt en moeilijk op te sporen valt. “We zien lonen die niet volgens de wettelijke barema’s worden betaald, of zelfs helemaal niet”, vervolgt Frédéric Lapaglia. “De duur van de werkweek die niet wordt gerespecteerd. Mensonwaardige verblijfsomstandigheden. Identiteitskaarten of paspoorten die in beslag genomen worden. Systematische achterhoudingen op lonen zonder reden. Dit is duidelijk mensenhandel, zoals we hebben gezien op de werven van BASF en Borealis in Antwerpen. En de opdrachtgevers wijzen heel snel elke vorm van verantwoordelijkheid af, door te zeggen dat ze er niet van op de hoogte waren … ”
Giovanni Campisi, delegee in de bouwsector, bevestigt: “We horen van gevallen, op de werven, waar Portugese arbeiders in onverwarmde krotten wonen. Mensen hebben niets om hun handen te wassen, ze kunnen geen goede hygiëne hebben. Dat is zeer verontrustend. We willen dat mensen in onderaanneming worden behandeld zoals reguliere werknemers, net als onze eigen werknemers. Daarnaast moeten we ook jonge mensen aantrekken in onze stiel, om het personeelstekort in de bouw aan te pakken.”
15 jaar strijd in de transportsector
De bouwsector is verre van de enige die te maken krijgt met sociale dumping. Ook de transportsector wordt zwaar getroffen.
Daniel Maratta, regionaal secretaris van de BTB in Luik, vertelt: “We zijn al 15 jaar bezig met dit probleem en het gaat nu veel verder dan alleen de transportsector… Binnen onze sector zetten transportbedrijven een keten van onderaannemers op, of doen een beroep op Belgische bedrijven die in Oost-Europese landen gevestigd zijn. Vervolgens sluiten deze bedrijven contracten af voor 500 euro bruto per maand plus een toeslag voor de verplaatsing … Uiteindelijk krijgen de chauffeurs uit Oost-Europa tussen 1.300 en 1.600 euro netto per maand betaald. Voor hen is dit dus heel goed, maar het heeft vooral gevolgen voor de sociale bijdragen. Bovendien verzorgen deze mensen het internationale langeafstandsvervoer hier in België, in plaats van chauffeurs met een Belgisch contract. Dit zorgt voor een totale deregulering van de sector.”
Nood aan een Europese oplossing
Valt er vooruitgang te melden? Heel weinig. “Het gaat iets beter, maar de weg is nog lang. Er was het Europese mobiliteitspakket dat misbruiken een beetje inperkt. Chauffeurs mogen niet meer in hun voertuig slapen, er zijn zware boetes voorzien, ze moeten elke twee weken terugkeren naar hun land van vertrek … Tot op zekere hoogte wordt dit toegepast. We proberen dit zo veel mogelijk aan te klagen wanneer dit niet het geval is, om actie te voeren op Europees politiek niveau … Het probleem van de sociale dumping zal niet op Belgisch niveau worden opgelost. Het moet op Europees niveau worden opgelost, er is geen andere keuze.”
“Het zijn de frauduleuze bedrijven die we moeten aanpakken”, vervolgt Daniel Maratta. “We kunnen niet langer accepteren dat opdrachtgevers een oogje dichtknijpen en zeggen ‘we wisten het niet’. Voordat ze contracten afsluiten met onderaannemers moeten ze nagaan of de werknemers gerespecteerd worden. Want het zijn deze opdrachtgevers die de onderaannemers onder druk zetten om hun prijzen te verlagen tot onder de wettelijke grenzen.”
Meertalige informatiemiddelen
Tijdens de actie verspreidde het ABVV een meertalige brochure voor gedetacheerde werknemers. Deze zal binnenkort in verschillende Oost- en Zuid-Europese talen vertaald worden.
De actievoerders kwamen bijeen aan de Proximus-torens bij Brussel-Noord. Deze keuze was ingegeven door de recente inbreuken op het arbeidsrecht door de onderaannemers van Proximus.