Nieuws

1 mei en sociale strijd, een terugblik

1 mei en sociale strijd, een terugblik

1 mei komt eraan! Een dag van welverdiende rust, van feest, maar ook van solidariteit en strijdlust. Als we de sociale strijd van gisteren herdenken, bereiden we ons voor op die van morgen.

Waar komt de traditie vandaan?

1 mei als feest- en strijddag kent zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Vanaf 1884 kwam daar de strijd voor de achturige werkdag op gang. De Amerikaanse vakbonden gaven zichzelf twee jaar de tijd om hun doel te realiseren.

Lees op de ABVV-website welke 1 mei-activiteiten er in jouw regio plaatsvinden.

Op 1 mei 1886, de dag waarop traditioneel de jaarcontracten van de arbeiders afliepen, voerden de vakbonden actie. Tijdens de algemene staking van mei 1886 lagen 340.000 arbeiders het werk neer. Helaas verloren verschillenden van hen daarbij het leven. In datzelfde jaar werd de achturendag werkelijkheid voor enkele groepen arbeiders in de VS. Het werd geleidelijk uitgebreid en vervolgens in 1937 veralgemeend tot het hele land.

De Haymarket-affaire, die andere Zwarte Vrijdag

Op 1 mei 1886, de dag van de algemene staking, organiseerden de anarchistische socialistische militanten August Spies en Albert Parsons een mars van 80.000 arbeiders in Chicago. De eis? De achturige dag.

De gevestigde orde wachtte niet om de beweging de kop in te drukken. Ook de pers was de actievoerders vijandig gezind. De Chicago Mail, die zich tot de autoriteiten richtte, riep onmiddellijk om de vervolging van August Spies en Albert Parsons. “Houd hen verantwoordelijk voor alle problemen; maak een voorbeeld van hen”, zo kopte de krant.

Op 3 mei 1886, in de nasleep van de algemene staking, werd de beweging in verschillende bedrijven in Chicago voortgezet. De McCormick-fabriek was in staking, en een bijeenkomst werd gehouden in de buurt van de fabriek. Het kwam tot schermutselingen tussen arbeiders, die de geïnfiltreerde ‘stakingsbrekers’ wilden verjagen, en de politie, die hardhandig chargeerde. Verscheidene demonstranten kwamen om het leven (bronnen verschillen over het exacte aantal slachtoffers) en vele anderen raakten gewond.

Als reactie tegen dit politiegeweld riepen de anarchistische leiders – voor het merendeel Duitse immigranten – op tot een manifestatie de volgende dag (4 mei) op Haymarket Square. De beweging was vreedzaam bedoeld, ondanks de vurige pamfletten. Aan het eind van de bijeenkomst kwam een bom tot ontploffing in de buurt van de politie, die talrijk aanwezig was. Zeven politieagenten kwamen om. De schuldige zou nooit worden gevonden. De politie opende het vuur, en daarbij vielen nog acht doden. Tientallen raakten gewond.

De gebeurtenissen klopten de haat tegen de arbeidersbeweging en tegen immigranten verder op. De pers en de elite vielen de organisatoren aan. Het duurde niet lang of er werd herinnerd aan bepaalde gewelddadige uitspraken van de organisatoren, met name in hun pamflet. De conclusie was al snel dat zij ‘medeplichtig waren aan moord’.

In een schijnproces werden acht anarchistische leiders veroordeeld wegens het ‘beramen of bijstaan’ van de onbekende dader van de bomaanslag. Vier van hen (waaronder Spies en Parsons) werden opgehangen, een andere pleegde vlak voor de executie zelfmoord in de gevangenis. Drie werden er enkele jaren later vrijgelaten. 11 november 1887, de dag van de executie van de ‘Martelaren van Chicago’, werd later Zwarte Vrijdag genoemd, een zwarte vrijdag van de arbeidersstrijd.

Volgens vele bronnen uit die tijd “waren velen van de ‘Acht van Chicago’ niet eens aanwezig op de dag van 4 mei, en hun vermeende betrokkenheid is nooit bewezen.”

De waarheid werd in 1893 rechtgezet door gouverneur John Peter Altgeld van Illinois. Hij wees erop dat “het meeste bewijsmateriaal dat tijdens het proces werd gepresenteerd ronduit vals was” en dat het bewijsmateriaal van de openbare aanklager afkomstig was van “geterroriseerde” mannen die door de politie “met foltering waren bedreigd als zij weigerden te tekenen wat hun was verteld” (Frank Browning, John Gerassi, “The American way of crime”).

De tragische gebeurtenissen in Chicago blijven ook vandaag een krachtig symbool van de strijd voor vakbondsvrijheid. In hatelijke taal, aangevuurd door de pers en de heersende klasse, werden vakbondsleiders veroordeeld wegens hun vermeende betrokkenheid bij criminele daden. Zelfs vandaag de dag zijn er nog sporen van deze klassenjustitie zichtbaar in onze samenleving.

Dag van de Arbeid en de Socialistische Internationale

Dichter bij huis besloot de Socialistische Internationale in 1889 om van elke eerste mei een actiedag te maken, onder andere om de achturige werkdag te eisen. De datum is gekozen als eerbetoon aan de gebeurtenissen in Chicago.

“Acht uur werk, acht uur vrije tijd, acht uur slaap”

In die tijd was de werkdag 10 tot 12 uur lang. Een vermindering tot acht uur zou de arbeidstijd op 48 uur per week brengen (alleen de zondag was vrij). De eis van “acht uur werk, acht uur vrije tijd, acht uur slaap” was een schot in de roos van de arbeiders.

De eerste 1 mei-demonstratie vond plaats in Parijs in 1890. Het symbool was een rode driehoek, gemaakt van leer, gedragen op de jas. Deze rode driehoek wijst naar de drie achten.

Het dragen van de rode driehoek maakte het mogelijk de activist te onderscheiden van de voorbijganger. De rode driehoek is vandaag de dag nog steeds te vinden op veel jassen, op 1 mei of in het dagelijks leven, en ook in het logo van jouw ledenblad. Het blijft een symbool bij uitstek van de sociale strijd, en van het verzet tegen extreemrechts.

De eerste edities van onze Dag van de Arbeid verliepen ook hier niet vlekkeloos. Een schietpartij in Fourmies, in het noorden van Frankrijk, kostte op 1 mei 1891 aan negen mensen het leven. De ordediensten kregen de schuld, maar toch werden negen demonstranten veroordeeld wegens belemmering van de vrijheid van werk, minachting van en geweld tegen agenten en rebellie.

Julien Dohet herinnert ons aan de context: “De pers van die tijd was er snel bij om de intensiteit van de anarchistische aanvallen aan de vooravond van elke 1 mei te overdrijven. Door zich te beroepen op het veronderstelde gevaar van anarchisten, rechtvaardigden zij in zekere zin de felle repressie van de politie tegen demonstranten. Het is een echo van wat wij vandaag meemaken: door aan te dringen op de – gevaarlijke – acties van enkelen, rechtvaardigen zij de repressie van de hele militante wereld.

Zoals we kunnen zien, zijn de moeilijkheden van gisteren in alle opzichten vergelijkbaar met die van vandaag en morgen. Aanvallen op vakbondsvrijheden, haatzaaiende taal, klassenjustitie, politiegeweld tegen demonstranten. Dit zijn allemaal zaken die nog steeds in het nieuws zijn. Laten we daar nog de aanvallen op de achturige werkdag aan toevoegen, die onlangs werden gedaan. Het gevecht gaat door.

Veel van de ‘Acht van Chicago’ waren niet eens aanwezig op de acties van 4 mei, en hun vermeende betrokkenheid is nooit bewezen. Deze vaststelling doet denken aan een andere: ook in België worden vakbondsleiders veroordeeld voor acties die zij niet hebben georganiseerd, waaraan zij slechts hebben deelgenomen. De veroordeling van de 17 vakbondsmensen van het viaduct van Cheratte, en de bevestiging van deze veroordeling in hoger beroep en voor het Hof van Cassatie, zijn hiervan het bewijs. Laten we niet vergeten dat Thierry Bodson, voorzitter van het ABVV, één van de 17 was. Zijn status leidde zelfs tot een zwaardere straf. Nogal een symbool. Het is de vereniging, het protest zelf, dat wordt veroordeeld.

Facebooktwitter

3 thoughts on “1 mei en sociale strijd, een terugblik

  1. Schande dat werknemers zo gebruikt werden als SLAVEN en is nog bezig dat moet stoppen .
    Laat de rijken wat veel meer belastingen betalen en geen subsidies als ze niet eerlijke betalingen doen .
    Ronduit schadelijk.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW