Na de gezondheidscrisis en de sociale verkiezingen is nu in alle instanties het moment aangebroken van de congressen.
// een bijdrage van Horval
Congressen hebben niet alleen als voordeel dat dit de ideale gelegenheid is voor een gezellig samenzijn onder kameraden na de moeilijke periodes die alle werknemers laatst hebben meegemaakt, maar ze hebben vooral als doel om het syndicale werk van het afgelopen mandaat te evalueren en om de doelstellingen en richtlijnen … voor het komende mandaat te definiëren.
Met het einde van de gezondheidscrisis die zeker en vast een effect heeft gehad op de sectoren van ABVV Horval en gelet op de extreem moeilijke huidige politieke context spreekt het voor zich dat het congres van Horval Wapi (één van de eerste congressen dat plaatsvond) bijzonder belangrijk was voor iedereen die er op de één of andere manier bij betrokken was. Dit congres vond plaats op 25 maart en een honderdtal delegees uit alle sectoren van de Horvalcentrale namen deel.
Evaluatie
Zoals gezegd stond dit congres uiteraard voor een groot deel in het teken van de evaluatie van de syndicale actie en het werk van de afgelopen jaren. Niet alleen werden de cijfers per sector, de goede resultaten en de vooruitgang bij de laatste sociale verkiezingen voorgesteld, maar ook werden de resultaten naast de vooropgestelde doelstellingen gelegd. Het resultaat van deze evaluatie was over het algemeen zeer positief. Dit werd trouwens nog eens bevestigd door de herverkiezing van de gewestelijke secretaris. Dit was echter niet het allerbelangrijkste deel van deze uitwisseling.
Neen, het hoogtepunt van dit congres was het deel waarin er gesproken werd over de toekomst op korte en middellange termijn, de stemming van de moties op basis van de drie weerhouden thema’s (zie hieronder). Bijna alle aanwezige delegees hebben in voorbereidende vergaderingen samen met de syndicale ploegen gewerkt aan dit deel. Deze vergaderingen waren momenten waarop er gedebatteerd, uitgewisseld en gediscussieerd werd en hebben geleid tot drie moties die de werkpijlers van de Centrale voor de komende vier jaar bepalen. Dankzij deze vergaderingen konden de delegees zich het congres ook opnieuw toe-eigenen, een belangrijk moment in het leven van de vakorganisatie, van onze Centrale.
De drie thema’s waren:
- Het minimumloon van €14
- De syndicale vrijheden en de criminalisering van de actie
- De vakbond van morgen
Vaststelling
Aan het begin van het tweede deel van het congres namen de woordvoerders het woord om de inhoud mee te geven van hun denkoefening, maar het resultaat dat deze mensen van op het terrein, die elke dag geconfronteerd worden met de moeilijkheden van de werknemers, meedeelden was helaas niet verrassend … De vaststelling is alarmerend!
De delegees zijn niet onnozel en zijn zich er goed bewust van dat de huidige politieke context en de richtlijnen van onze maatschappij die geleid wordt door een rechts beleid de werknemers in de bestaansonzekerheid duwen. We mogen zoveel onrechtvaardigheid niet meer toelaten. Werknemers zouden niet moeten hoeven kiezen tussen leven of overleven. Toch begint dit het geval te worden voor heel wat werknemers. We zien een aanzienlijke sociale achteruitgang waar de werknemer slechts nog een productiemiddel is, een manier om de financiële doelstellingen te halen.
We krijgen te maken met een alsmaar arroganter patronaat, een patronaat dat steeds kwaadaardiger wordt en er alles aan doet om de werknemers te verdelen en de vakbewegingen en collectieve acties te breken. Daarbij worden ze bijgestaan door een regering die hen alle juridische en wettelijke middelen in handen geeft om de werknemers te verhinderen een tegenmacht te vormen.
Helaas heeft de gezondheidscrisis ook hier een duit in het zakje gedaan door bepaalde gebreken en ongelijkheden aan te scherpen, waardoor de kloof tussen “rijk” en “arm” nog groter wordt.
Engagementen
Gelet op bovenstaande elementen waren de moties die voortkwamen uit de voorbereidende werken dus zeer strijdbaar. Dit weerspiegelt alleen maar de behoefte van de mensen op het terrein om de situatie terug “redelijker” te maken. We mogen niet meer toelaten dat we gemuilkorfd, beperkt en belemmerd worden in het uitoefenen van de legitieme tegenmacht van de werknemers. We moeten de grondrechten vrijwaren die we altijd al hebben verdedigd, zoals het stakingsrecht, het recht van vrije meningsuiting, van vereniging,…
De tendens voor de vakbond van morgen is dus spontaan ontstaan. De vakbond is het aan zichzelf verplicht om deels een vakbond van diensten te blijven, maar we staan nergens zonder een sterke strijdbare vakbond.
Met andere woorden, het lid zal er nog altijd nood aan hebben dat wij individuele diensten blijven leveren en we mogen dit niet laten vallen. De collectieve strijd zal daarentegen nog nooit zo belangrijk geweest zijn als nu, waar de aanvallen op de vakbonden en de arbeiderswereld in het algemeen alsmaar groter en sterker worden.
Er zal dus op elk niveau een inspanning moeten worden geleverd om onze rechten als werknemer, maar ook als lid van de vakorganisatie te garanderen. In de bedrijven, op straat en in het dagelijkse leven. We moeten waakzaam blijven en de werknemers voor ogen houden, hen sensibiliseren, vormen en informeren. We zullen nog meer aanwezig moeten zijn op de verschillende communicatiemiddelen.
Maar, ongeacht het doel, één ding is zeker: de strijd zal hard zijn en we mogen niet verzwakken. Onze strijdkracht moet de bovenhand nemen, we moeten de collectieve actie opnieuw uitbouwen. We moeten ons een communicatie toe-eigenen die meer strijdbaar is en meer op actie is gericht. We moeten de publieke opinie opnieuw veroveren,… Maar daarvoor moet het gedaan zijn met compromissen te sluiten en ons te berusten. De linkse partijen moeten eindelijk luisteren naar de eisen van de werknemers want zij aanvaarden niet langer wat hen overkomt en ze zullen geen genoegen meer nemen met enkel op straat te komen. Ze willen hardere acties en dit economische systeem pijn doen…