Nieuws

Vakbonden hervormen: de dreigende ambitie van de liberalen

Vakbonden hervormen: de dreigende ambitie van de liberalen

De laatste maanden vielen de vertegenwoordigers van rechts, zoals het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) of de MR, de vakbonden en hun werking meermaals aan, onder het mom van hervormingen. Moeten de vakorganisaties zich, met de federale verkiezingen van 2024 in zicht, zorgen maken over het lot dat hen beschoren is door hun tegenstanders?

// een bijdrage van Horval

Het is niets nieuws dat de liberale wereld (waartoe we ook de patronale wereld rekenen) problemen heeft met de invloed van de vakbonden en dit meer zou willen omkaderen.

‘Toekomstplan’

Het laatste voorbeeld hiervan is het toekomstplan dat gepubliceerd werd door het VBO (“Horizon België 2030”) om van België “een stabiel en doeltreffend land te maken, waar het winstgevend is om te ondernemen en aangenaam is om te werken en te leven.” In dit verslag stelt het VBO de werking van het sociaal overleg in vraag en hekelt het het feit dat de kandidaten voor de sociale verkiezingen beschermd worden tegen ontslag.

Het VBO schuift ook cijfers naar voren waaruit blijkt dat België één van de landen is met de meeste stakingsdagen per 1.000 werknemers. Het noemt deze cijfers veelzeggend en schadelijk voor de bedrijven en de gebruikers. Eén van de belangrijkste voorstellen van de patronale wereld als antwoord op deze vaststelling is om de vakorganisaties uit te rusten met rechtspersoonlijkheid. Ook stellen ze voor om het systeem van automatische loonindexering af te schaffen.

Liberaal verbond

De werkgeversfederatie handelt hier niet op eigen houtje om de vakbeweging te omkaderen. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez heeft in zijn vele polemische media-uitingen vaak gezegd de rol van de vakbonden en het beheer van de werkloosheidskassen te willen hervormen. Hij vindt dit laatste trouwens een “winstgevende business” voor de vakbonden.

In een interview dat de liberale voorzitter op 30 april gaf voor La Libre vertrouwt hij zijn ambitie toe om eerste minister te worden van een “Zweedse” coalitie (rechtse MR-N-VA-coalitie) waardoor hij “zijn hervormingen op het vlak van werkloosheid, vakbonden, ziekenfondsen (…) zou kunnen doorzetten.”

Rampzalig

Herinner je dat dit dezelfde coalitie is die in 2017 de beruchte wet van ’96 heeft hervormd om de loonsverhoging van de werknemers te beperken … Om maar niet te zeggen dat een nieuwe nationalistische-christelijke-liberale rechtse regering aan het hoofd van het land een ramp zou zijn voor de arbeidswereld.

Dit is niet de eerste keer dat de MR haar ambities uit die rampzalig zijn voor de vakbondswereld. Haar studiecentrum, het Centre Jean Gol,  publiceerde vorig jaar een alarmerend verslag waarin gepleit wordt om de rol van de vakbonden en het kader waarin het stakingsrecht wordt uitgeoefend in vraag te stellen.

Rechtspersoonlijkheid

In die studie probeert het centrum twee zaken aan te tonen: het belang om rechtspersoonlijkheid te geven aan de vakorganisaties en het belang om een wetgevend kader te scheppen voor het stakingsrecht. Kortom, de bewegingsruimte van de vakbonden beknotten en in het bijzonder die van de werknemers om te vechten voor hun fundamentele rechten.

Je moet begrijpen dat de vakorganisaties in België een echte tegenmacht vormen en daardoor (terecht) een bijzonder statuut genieten. De vakorganisaties hebben immers als bijzonderheid dat ze geen rechtspersoonlijkheid hebben als dusdanig; net zoals politieke partijen. Op een zekere manier bestaan ze buiten de instellingen die bij wet voorzien zijn. Dit unieke statuut is intrinsiek verbonden aan hun historische oorsprong, en met name die van het ABVV: weerstand bieden tegen de macht of dit beïnvloeden ten voordele van de arbeidswereld.

Meer dan alleen werknemersbelangen

België is trouwens een land met een van de hoogste syndicalisatiegraden ter wereld. De Belgische vakorganisaties spelen een volwaardige rol in het politieke en socio-economische leven. Ze komen niet alleen op voor de belangen en de fundamentele sociale rechten van de werknemers, ze nemen ook deel aan de onderhandelingen om akkoorden te bekomen met de werkgeversorganisaties en ze beheren de werkloosheidskassen. Al die verantwoordelijkheden, die verband houden met hun geschiedenis en de oorsprong van hun oprichting, geven hen een aanzienlijk gewicht binnen de politieke wereld en het maatschappelijk veld.

Betekent dit dan dat ze vrij zijn om te handelen buiten de wet? In tegenstelling tot wat de liberale wereld soms kan laten verstaan, is dit uiteraard niet het geval. De vakorganisaties worden in hun hoedanigheid van betalingsinstelling voor de werkloosheidsuitkeringen gecontroleerd door de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening).

De syndicale vzw’s, die gelinkt zijn aan de organisaties, hebben wél rechtspersoonlijkheid. Recent werd met de veroordeling van de ‘17 van het viaduct van Cheratte’ ook nog aangetoond dat de syndicale activiteit niet gespaard blijft van strafrechtelijke gevolgen.

Bewegingsruimte beknotten

Het plan van de liberale wereld om de vakorganisaties uit te rusten met rechtspersoonlijkheid of het stakingsrecht te omkaderen is eigenlijk niets meer of minder dan een poging om de bewegingsruimte van de werknemers te beknotten. De visie van een sterke, strijdvaardige vakbeweging die er niet voor terugdeinst om sterke acties te ondernemen om de werknemers te verdedigen, stoot tegen de borst en moet beteugeld worden.

Hun échte ambitie: de vakbeweging verzwakken en de arbeidskracht onder voogdij plaatsen. Met andere woorden: de tegenmacht in toom houden.

In de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2024, en nu onze kameraden, waaronder onze eigen voorzitter, veroordeeld worden in het kader van hun syndicale activiteiten, is het meer dan ooit essentieel om te vechten voor onze syndicale vrijheden en voor de bescherming van de fundamentele rechten van de werknemers.

Onze “sociale verworvenheden”, zoals we dat zo graag noemen, zouden immers onaantastbaar moeten zijn. Zoals we dagelijks zien, kunnen ze echter wel nog altijd aangevallen worden. Net zoals de democratie is de strijd voor onze syndicale vrijheden en al onze fundamentele sociale rechten een continue strijd die we nooit uit het oog mogen verliezen.

Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW