Een meerderheid van de Belgen beschouwt het recht om te protesteren als een essentieel recht in een gezonde samenleving. Dat blijkt uit een peiling van Amnesty-IPSOS op 17 juni. De dag ervoor maakte het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens bekend hoezeer het recht om te betogen in België onder druk staat. Voorbeelden hiervan zijn de recente politieoptredens tegen vreedzame betogingen ter ondersteuning van het Palestijnse volk, onder het voorwendsel dat er geen toestemming was verleend. Het internationaal recht is nochtans heel duidelijk: er is geen toelating vereist voor de vreedzame uitoefening van een essentieel recht.
Moeten we ons zorgen maken over de evolutie van de rechten en vrijheden van sociale bewegingen in België? Dat is in ieder geval de mening van de coalitie “Recht op protest”, een platform van vakbonden en maatschappelijke organisaties, na analyse van het Arizona-regeerakkoord.
Het regeerakkoord beval tal van bepalingen die essentiële rechten zoals de vrijheid van meningsuiting of het recht op vreedzame bijeenkomst verder zouden kunnen beperken.
Sinds de oprichting van België hebben de sociale bewegingen mee vorm gegeven aan de sociale vooruitgang: stemrecht, vrouwenrechten, werkdagen van 8 uur, verplicht onderwijs voor iedereen. Met petities, betogingen, stakingen en/of daden van burgerlijke ongehoorzaamheid kon het tij gekeerd worden. Twee jaar geleden werd met een wetsontwerp van toenmalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) geraakt aan één van deze pijlers. Dit wetsontwerp voorzag in de invoering van een gerechtelijk betogingsverbod, zogenaamd om relschoppers te weren uit massabetogingen. Als dat ontwerp was goedgekeurd, dan had een rechter aan personen – op basis van eerdere veroordelingen – kunnen verbieden om aan betogingen deel te nemen voor een periode van drie tot zes jaar bij recidive.
Eens te meer heeft de mobilisatie van het maatschappelijk middenveld de publieke opinie gesensibiliseerd over de mogelijke uitwassen van deze wet, en werd de regering gedwongen een stap terug te zetten.





Eigenlijk had de Vivaldi-regering weinig argumenten om te stellen dat een dergelijke bepaling nodig was. België beschikt namelijk al over een ruim juridisch arsenaal om ‘amokmakers’ te straffen. Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens heeft in een glashelder advies tien redenen gegeven waarom deze maatregel nutteloos en gevaarlijk is. De Hoge Raad voor Justitie[1] was ook zeer duidelijk en benadrukte dat de tekst onsamenhangend was en dat er een risico bestond op onverenigbaarheid met artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Zullen we nog vrij kunnen betogen?
Het gerechtelijk betogingsverbod duikt nu opnieuw op in het regeerakkoord van de Arizona-regering. De toepassing van een dergelijke wet roept ernstige vragen op. Hoe kan tijdens een massabetoging worden nagegaan of er niemand aanwezig is die onder een gerechtelijk verbod valt? Door massaal en systematisch gebruik te maken van gezichtsherkenning of via massale identiteitscontroles of systematische oproepingen op het politiebureau?
Het voornemen van de regering om het gebruik van GAS-boetes op te drijven en te vereenvoudigen, is zorgwekkend. De wens om de regelgeving over GAS-boetes te versoepelen lijkt uitsluitend te berusten op een repressieve logica. Het lijkt echter voor de hand te liggen dat repressie op zich geen afdoende antwoord is op sociale problemen, en al helemaal niet als het gaat om minderjarigen. Het zou ongetwijfeld raadzaam zijn om ook te investeren in het sociale veld en bij maatschappelijke problemen reeds veel vroeger op te treden, in plaats van achteraf. Ook moet de nadruk worden gelegd op preventie en, waar nodig, op sociale re-integratie, wat op de lange termijn tot meer veiligheid leidt. Dit idee is alomtegenwoordig in de preambules van onze strafwetten. Wanneer wordt hier concreet iets mee gedaan?
Nog afgezien van de achterliggende logica van de GAS-boetes, stelt de praktische toepassing van de wet ons geenszins gerust. Een van de basisbeginselen van de rechtsstaat is de legaliteit in strafrechtelijke aangelegenheden. Dit beginsel, dat ervan uitgaat dat elke burger van tevoren kan weten welk gedrag mogelijk leidt tot strafrechtelijke vervolging en wat de gevolgen daarvan zijn, wordt in dit schemerstrafrecht omzeild. De toepassing van het GAS-systeem wordt overgelaten aan de willekeur van iedere gemeente, die autonoom kan bepalen welk gedrag neerkomt op overlast, zonder dat dit concept in de wet is vastgelegd. Bovendien brengt dit systeem het risico met zich mee dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden: eenzelfde incident zal verschillend worden behandeld, al naar gelang het zich op het grondgebied van de ene of de andere gemeente afspeelt. We krijgen hier een uitgehold rechtssysteem aan twee snelheden. Gemeenten worden tegelijk rechter en partij. Aangezien het aan hen wordt overgelaten om overlast strafbaar te stellen, vast te stellen én te bestraffen, zet dit de deur open voor willekeur. Een willekeur die schadelijke gevolgen kan hebben voor de uitoefening van de fundamentele vrijheden.
Wat de nieuwe technologieën betreft, steekt de regering haar voornemen om “de camerawetgeving te verruimen om meer toepassingen mogelijk te maken van (slimme) camerabewaking” niet onder stoelen of banken. De bedoeling zou zijn om de politiediensten een bijkomend instrument aan te reiken om, tegen een lagere kostprijs, het recht op veiligheid (‘le droit à la sécurité’) te versterken, dat door de Arizona-regering wordt aangevoerd als een grondrecht. Het FIRM had nochtans gewezen op het risico dat een daadwerkelijke toepassing van de straf – door middel van systematische controles, het gebruik van bewakingscamera’s, enz. – zou leiden tot een nog veel grotere inbreuk op de fundamentele rechten en vrijheden van de burgers, met name wat betreft het respect voor privacy.
Wordt het recht op het uiten van kritiek en bezwaar bedreigd?
Door deze regering zou immers ook het stakingsrecht ernstig in het gedrang kunnen komen. Tussen de lijnen van het regeerakkoord van de Arizona-regering valt te lezen dat enkel acties waarvoor een formele stakingsaanzegging werd ingediend, wettelijk zouden zijn. Deze aanzeggingsregels zijn momenteel echter alleen van toepassing op de vakbonden, omdat ze zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten. En volgens het Belgisch recht is het stakingsrecht een individueel recht. Elke werknemer of groep werknemers kan dit recht dus zonder aanzegging uitoefenen, buiten de vakbondsstructuur om. De uitoefening van dit recht zou dus niet langer gewaarborgd zijn.
Arizona wil ook rechtspersoonlijkheid verlenen aan de vakbonden. Officieel omwille van transparantie en billijkheid. Een van de doelstellingen is om de stakingskassen openbaar te maken en de vakbonden eventueel de rekening te kunnen presenteren voor de kosten van een staking voor een bedrijf of voor de economie. Het doel is om de slagkracht van de vakbonden te breken. Verschillende politieke groeperingen, meestal rechts of extreemrechts, hebben al getracht om het stakingsrecht op deze manier te verzwakken, maar zonder succes. De Raad van State is overigens duidelijk: dit betreft een ernstige schending van de vakbondsvrijheden.
Het regeerakkoord bevat ook een cryptische zin die de mutualiteiten verbiedt om aan “partijpolitieke propaganda” te doen. Maar door de mutualiteiten absolute politieke neutraliteit op te leggen, wordt hun historische en democratische rol in het publieke debat ontkend. De mutualiteiten zijn onafhankelijk van politieke partijen. Maar ze verrichten analyse- en communicatiewerk over de toegang tot gezondheidszorg. In dat kader delen ze hun interpretatie van de programma’s van politieke partijen op het moment van de verkiezingen. Het gaat om permanente educatie en voorlichting, die elke vereniging moet kunnen bieden aan haar leden.
Sommige bepalingen van het regeerakkoord lijken dan ook ingegeven door de wil om elke vorm van protest en kritiek de kop in te drukken. De coalitie ‘recht op protest’, die een tiental verenigingen en vakbonden uit het noorden, het zuiden en het centrum van het land verenigt, blijft waakzaam en gemobiliseerd!

