Er is sinds de ramp in Bangladesh vooruitgang geboekt, maar miljoenen werknemers werken nog steeds in erbarmelijke omstandigheden.
// een bijdrage van de Algemene Centrale
Op 24 april 2023, exact tien jaar na de ramp, herdachten we de slachtoffers van Rana Plaza met een actie op het Muntplein. We zijn een decennium later, maar er is nog steeds nood aan verandering: “Momenteel is daar een veiligheidsakkoord, maar dat akkoord is op vrijwillige basis, niet alle bedrijven doen er aan mee”, aldus Annelies Deman, Federaal secretaris van ABVV Textiel.
De ramp van Rana Plaza heeft veel ogen geopend. We zagen in welke onveilige omstandigheden de werknemers onze kleren moesten maken. Een maand na de ramp sloten zo’n tweehonderd kledingmerken met vakbonden het Bangladesh-akkoord , of het ‘fire and building safety’-akkoord. Dit baanbrekende veiligheidsakkoord voorzag in onafhankelijke inspecties en liet kledingmerken financieel bijspringen om in de veiligheid van fabrieken te investeren. Maar er is één zwakke plek: kledingmerken beslissen zelf of ze al dan niet in het akkoord stappen.
Hoewel het Bangladesh-akkoord ervoor zorgde dat de veiligheidssituatie voor twee miljoen vrouwelijke arbeiders in Bangladesh is verbeterd. En dat het akkoord werd uitgebreid naar Pakistan, waar ook ongeveer vier miljoen arbeiders in ongezonde en onveilige fabrieken werken, werken vandaag nog altijd werknemers in onveilige omstandigheden. Net omdat het om een vrijwillig akkoord gaat. “Daarom voeren we nog steeds actie, daarom brengen we het nog onder de aandacht. Er zijn belangrijke stappen gezet, maar het dekt niet alle werknemers.”
Deman is duidelijk: “De veiligheid van de werknemers mag niet afhangen van vrijwilligheid maar moet afgedwongen worden. Als werkgevers een fabriek willen openen, dan moet het gebouw gecontroleerd worden en aan veiligheidsvoorwaarden voldoen.”
Naast veiligheid, moeten de arbeidsomstandigheden binnen de fabrieken ook verbeteren. De werknemers werken er lange dagen met verplichte overuren en verdienen extreem lage lonen waarmee ze niet kunnen leven”, zegt Deman, “We willen dat iedereen een leefbaar loon krijgt.”
Er moet ‘due diligence’ zijn, bedrijven moeten verantwoordelijk gesteld worden voor wat er binnen hun keten gebeurt. Hiervoor is een wetgevend kader nodig. Binnen het Europees Parlement wordt eind mei de Europese richtlijn rond zorgplicht gestemd. Na goedkeuring zullen de lidstaten deze richtlijn omzetten in nationale wetgeving. Het is een eerste mooie stap vooruit, maar het voorstel kan beter.