400.000 werknemers hebben in de eerste helft van 2022 te maken gehad met periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona. Deze periodes zullen mogelijk een negatieve invloed hebben op hun verlofdagen of vakantiegeld in 2023. Tijdelijke werkloosheid corona is voor die periode immers nog niet gelijkgesteld voor de berekening van vakantie(geld).

Op 8 februari voerde het ABVV een symbolische actie voor de zetel van het VBO in Brussel, op hetzelfde moment dat het beheerscomité van de RJV (Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie) bijeenkwam.

In het kort. Tot op vandaag zijn er geen plannen om de dagen van tijdelijke werkloosheid corona in de eerste helft van 2022 gelijk te stellen voor de berekening van de jaarlijkse vakantie en het vakantiegeld. In 2020 en 2021 was dit wel het geval. Het voorstel dat nu op tafel ligt, is om de werkgeversbijdragen tijdelijk met 0,19% te verhogen voor 5 jaar om dit mogelijk te maken, en zo de RJV te ontlasten. De RJV heeft de voorbije 2 jaar hier immers een grote financiële inspanning voor geleverd.

Het voorstel dat nu op tafel ligt, is om de werkgeversbijdragen tijdelijk met 0,19% te verhogen voor 5 jaar om dit mogelijk te maken, en zo de RJV te ontlasten. De RJV heeft de voorbije 2 jaar hier immers een grote financiële inspanning voor geleverd.

Inkomensverlies

Dit raakt zowel arbeiders als bedienden, ook al hebben deze reeds een inkomensverlies geleden door hun tijdelijke werkloosheid. We hebben het hier niet over details of kleine bedragen.

ABVV-voorzitter Thierry Bodson, die aanwezig was op de actie, geeft een voorbeeld: “Ik ken het geval van een werknemer die vorig jaar 21 dagen in tijdelijke werkloosheid corona zat en die 500 euro vakantiegeld zal verliezen. Voor anderen kan dit oplopen tot een verlies van 10 vakantiedagen. Dit is onaanvaardbaar, want we mogen niet vergeten dat de tijdelijke werkloosheid niet bepaald een cadeau was voor de werknemers. We hebben het ook over een situatie die de werkgevers tijdens de crisis goed uitkwam. Op zijn minst mogen zij een inspanning leveren door een verhoging van de werkgeversbijdragen.” Zo zou de tijdelijke werkloosheid corona kunnen worden meegeteld voor de berekening van het verlof.

Solidariteit

“Het is een kwestie van solidariteit, en vooral van rechten,” vult algemeen secretaris Miranda Ulens aan. “We hebben het over mensen die er niet voor gekozen hebben om tijdelijk werkloos te worden, en die nu geld en verlof dreigen te verliezen. Een solidariteitsbijdrage zou dit probleem kunnen oplossen.”

In het eerste kwartaal van 2022 was het economisch herstel bovendien reeds in volle gang en kwam er aan de coronacrisis stilaan een einde. Een werknemer getuigde anoniem over deze periode dat in zijn bedrijf bepaalde perioden van ‘klassieke’ economische werkloosheid (die wel worden meegeteld voor de berekening) omwille van het administratieve gemak het etiket ‘corona’ kregen. Of dit nu een geïsoleerd geval is of slechts het topje van de ijsberg, dat is onmogelijk te zeggen. Maar het zorgt er wel voor dat de betrokken werknemers vandaag de pineut zijn.

Een vrouwelijke werknemer uit de staalindustrie, die er alleen voor staat en moet zorgen voor haar twee kinderen, getuigt: “Ik zat 65 dagen in tijdelijke werkloosheid corona in de eerste helft van 2022. Ik riskeer vijf volle vakantiedagen te verliezen, en dus ook ongeveer een kwart van mijn vakantiegeld in 2023.”

In het RJV-beheerscomité waren de sociale gesprekspartners het erover eens dat de dagen van corona-werkloosheid in de berekening moeten worden opgenomen. Werkgevers en vakbonden beschouwen een koninklijk besluit over de verhoging van de bijdragen als een eerste stap in de financiering en zullen aanvullende voorstellen doen. De mobilisering van het ABVV heeft vruchten afgeworpen.