Nieuws

Tijd voor meer overheidscontrole op energie

Tijd voor meer overheidscontrole op energie

Nu heel het land gebukt gaat onder de torenhoge energieprijzen, is het een goed moment om weer eens na te denken over publieke energieproductie en -levering.

Negen van de tien van de leidende landen op het gebied van de overgang naar duurzame energie hebben een publieke producent van hernieuwbare energie.

Energieproductie

In België bestaan er verschillende privé-initiatieven of coöperatieven die duurzame energie aanleveren. Er is geen enkele reden waarom deze bedrijven niet vanuit een overheid opgezet kunnen worden. De voordelen spreken voor zichzelf: er worden jobs gecreëerd, knowhow, duurzame economische waarde, en de winsten kunnen voor een deel terugvloeien naar de overheid – en dus de gezinnen – om eventueel te investeren in energiebesparende maatregelen en subsidies.

De energie die zo opgewekt wordt, kan aan een publiek tarief geleverd worden. Zo verminderen we ook ineens de invloed van het internationale marktmechanisme van vraag en aanbod, waarbij aandeelhouders megawinsten maken terwijl de gezinnen hun facturen bijna niet kunnen betalen.

Buitenlandse voorbeelden

Noorwegen bezit 100 procent van Statkraft, Europa’s grootste energieproducent. Zweden bezit 100 procent van Vattenfall, één van Europa’s grootste elektriciteitsproducenten.  Denemarken, Finland, Zwitserland, Oostenrijk, IJsland, Nieuw-Zeeland en Frankrijk bezitten allemaal aandelen in duurzame-energieproducenten.

De Europese wetgeving rond hernieuwbare energie is de afgelopen vijftien jaar sterk geëvolueerd. In juli 2021 werd voorgesteld om tegen 2030 tot 40 procent hernieuwbare energie te voorzien. Wat elektriciteit betreft, waren in 2021 de voornaamste vormen van elektriciteitsproductie in België nog kernenergie (52%), gascentrales (25%), en hernieuwbare elektriciteit (19%). Het overgrote deel van de duurzame elektriciteit in België, meer dan 60 procent, is afkomstig van windmolens.

Volgens Sacha Dierckx, economisch adviseur bij het federaal ABVV, is een duurzame energieproducent ook een haalbare optie voor België: “Veel is regionale bevoegdheid (bijvoorbeeld zonnepanelen en windmolens op land, maar ook veel renovatie- en isolatiebeleid). De federale regering zou de nieuw te bouwen windparken op zee publiek kunnen houden. Die zouden dan veel goedkoper dan de huidige marktprijzen de elektriciteit kunnen leveren aan een nieuw op te richten publieke energieleverancier. Die energieleverancier kan dan opnieuw goedkoper dan de huidige marktprijzen leveren aan gezinnen.”

Belgische energieleverancier?

De overheid zou zelf energie kunnen produceren. Waarom zou de overheid dan ook niet de gezinnen de keuze bieden voor een publieke energieleverancier?

In juli 2022 kondigde de premier Élisabeth Borne van Frankrijk nog aan dat het land van plan is om terug 100 in plaats van 84 procent van Électricité de France (EDF) te bezitten. EDF is het grootste elektriciteitsbedrijf (productie en levering) van Frankrijk, en het op één na grootste van Europa. Het bedrijf is in 1946 ontstaan, als resultaat van een nationalisatiegolf van 1350 kleinere energieproducenten, -leveranciers en -verdelers. In dat jaar nationaliseerde de Franse staat alle nutsbedrijven in het land. Twee derde van alle Fransen zijn aangesloten bij EDF.

Ook in Duitsland beschikt twee derde van alle inwoners over elektriciteit geleverd door publieke leveranciers, die op stedelijk niveau opereren.

Belastingen

In België hebben we sinds 2008 een nucleaire heffing of taks. Electrabel (Engie) en minderheidsaandeelhouder EDF moeten een deel van hun winsten afstaan die ze maken met de kerncentrales in Doel en Tihange. Door de hoge marktprijzen leveren de kerncentrales momenteel hoge winsten op.

De energieregulator CREG becijferde dat Engie in 2022 voor de nucleaire reactoren Doel 3 en Tihange 2 en 3 een winst van 2,2 miljard euro zou realiseren. De geschatte winst voor 2023 en 2024 zou rond de 1,3 miljard liggen. De bijdrage zou dan 712 miljoen bedragen voor 2022 en telkens 400 miljoen voor 2023 en 2024. Het tarief van de nucleaire belasting voor deze reactoren is vastgesteld op 38 procent en dateert uit 2015, toen de prijzen veel lager waren dan vandaag. Het is tijd om dit tarief aan te passen aan de huidige realiteit.

Hernieuwbare energie als investering

Natuurlijke hulpbronnen zoals olie en gas, wind, zon en waterkracht zijn van ons allemaal, maar op dit moment profiteert een handvol aandeelhouders terwijl gewone huishoudens lijden. Een actieve aanpak door de overheid kan deze situatie rechttrekken.

Noorwegen heeft een progressieve koers gekozen en reeds lang geleden in waterkracht geïnvesteerd. Vandaag de dag is 98 procent van de Noorse elektriciteit afkomstig van hernieuwbare bronnen. Daarnaast heeft de overheid haar olie-inkomsten gebruikt om Statoil op te richten (nu Equinor) en een vermogensfonds voor de toekomst te creëren. In de huidige energiecrisis betaalt de Noorse overheid 80 procent van de rekeningen van de mensen boven een afgetopte prijs.

Raf De Weerdt, federaal secretaris van het ABVV: “Met een publieke energieproducent kunnen we meer en sneller investeren in hernieuwbare energie en energieonafhankelijkheid. Zo’n bedrijf kan bijvoorbeeld de nieuwe windparken op zee in handen houden, zodat de winsten terugvloeien naar de burger. Of het kan massaal zonnepanelen leggen, zoals ook staatssecretaris Dermine voorstelde. Of het kan investeren in opslagcapaciteit zoals batterijparken. Het ideologische dogma van marktwerking verhindert zo’n snelle omslag en houdt ons afhankelijk van fossiele brandstoffen.”

Schone stroom is goedkoper dan ooit: de kosten voor het opwekken van stroom uit wind en zon zijn de afgelopen tien jaar wereldwijd gedaald, met meer dan 40 procent voor onshore wind en nog veel meer voor offshore en zonne-energie. Ons energiesysteem is echter niet afgestemd op de energiebron van de toekomst, zegt energie-expert Michael Grubb van de University College of Londen (UCL). “Energiemarkten zijn niet ontworpen om flexibel om te gaan met hernieuwbare energiebronnen”, aldus Grubb.

Die vereisen een grote investering om op te starten, maar kosten veel minder in gebruik dan fossiele brandstoffen. Zolang de prijs van elektriciteit echter wordt bepaald door fossiele brandstoffen en hun CO2-kosten, zal elektriciteit duur blijven omdat op de groothandelsmarkten voor elektriciteit de duurste leverancier de prijs bepaalt.

Bovenop de duurzame energie die we gebruiken, hebben we in België gascentrales nodig. En bij gascentrales moet hun verkoopprijs, de elektriciteitsprijs, hoog genoeg zijn om de productiekosten te dekken. Ongeveer de helft van de huidige prijsstijging komt dan ook niet rechtstreeks van het gas dat we verbranden, maar van de impact van gas op de elektriciteitsprijzen.

Conclusie

De sociale crisis is onlosmakelijk verbonden met de klimaatcrisis. Beide kunnen alleen worden opgelost door een beleid dat het algemeen belang dient. De oplossing zal niet uitsluitend gebaseerd zijn op de individuele verantwoordelijkheid van burgers. De onbeperkte honger naar private winsten is onverenigbaar met de maatschappij die we moeten opbouwen, zowel ecologisch als sociaal.

Net als onderwijs, gezondheidszorg, vervoer, enzovoort, moet de strategische energiesector weer meer in publieke handen komen. Daarom mag het niet worden overgelaten aan de private sector, die zich laat leiden door de winstlogica.

Met de combinatie van een publieke energieproducent, een publieke energieleverancier en een serieuze overwinstbelasting voor de private energieproducenten, kan de elektriciteitsfactuur voor de gezinnen sterk naar omlaag. De prijs wordt dan immers niet meer enkel bepaald door de dure gascentrales. Zo komen de voordelen van hernieuwbare energie en de klimaattransitie in de handen van de gezinnen. Schonere energie, lagere facturen, een win-win!

Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW