Fransen, Spanjaarden, Italianen, Slovaken, Belgen, Duitsers … Dinsdag 12 december kwamen vakbondsmilitanten uit heel Europa samen op straat in Brussel.

Met zo’n tienduizend verzetten ze zich tegen de plannen die op de tafel liggen van de Europese Commissie en de ministers van Financiën. Zij willen de EU-lidstaten immers via een nieuw ‘stabiliteits- en groeipact’ vanaf 2024 in een strak begrotingskader dwingen en hen doen snoeien in de sociale zekerheid en de openbare diensten.

“We zeggen ‘nee’ tegen de Europese wens om terug te keren naar bezuinigingsregels, en ‘ja’ voor een sociaal Europa”, zei Esther Lynch van het Europees Vakverbond. “Er wordt beslist over de toekomst van de Europese Unie. Er wordt beslist of er genoeg zal worden geïnvesteerd in jobs en in de groene transitie. Er wordt beslist of er genoeg ziekenhuizen, scholen en huizen zullen zijn.”

“Er is niets onvermijdelijks aan wat er gebeurt. Dit zijn bewuste politieke keuzes en we zullen iedereen tijdens de komende verkiezingen aanspreken op de keuzes die ze maken. We zijn op zoek naar een radicaal ander beleid rekening houdend met alle lessen die de coronacrisis ons leerde. Lidstaten moeten kunnen investeren, overheidsdiensten ondersteunen en ervoor zorgen dat alle werkende mensen geloven dat er een toekomst is voor Europa, niet een toekomst gebaseerd op door de EU opgelegde bezuinigingen.”

De betogers verzamelden om 11 uur op het Poelaertplein aan het Justitiepaleis. Na enkele speeches, onder andere van Miranda Ulens, algemeen secretaris van het ABVV, trokken de manifestanten naar de Europese wijk.