Leen van Gasse werkt al twintig jaar als kinderbegeleider en is BBTK-afgevaardigde. Ze stipt aan dat de werkdruk veel te hoog is en het aantal kinderen per begeleider naar beneden moet. Voor de kinderen, voor de huidige begeleiders én om nieuwe begeleiders aan te trekken en te kunnen houden. Een getuigenis van op de werkvloer van de opvang.
Leen: “Waar ik werk, is de werkdruk zeer hoog. We moeten voor achttien kinderen zorgen. We zouden eigenlijk met drie kinderbegeleidsters moeten zijn maar door ziekte of verlof staan we meestal maar met twee voor achttien kinderen. Zo wordt wat we doen eigenlijk een beetje bandwerk. We hebben niet echt tijd voor extra activiteiten. We zijn vooral in de weer met verversen, eten geven, in bed steken, uit bed halen … Echt tijd om bij de kinderen eens op de speelmat te gaan zitten, hebben we niet.”
Tijd
“De oplossing zou zijn dat we naar vijf kinderen per begeleidster zouden gaan. Dat zou al iets zijn. Of dat we op zijn minst met drie per groep staan. Dan zouden we ook eens de tijd hebben om iets anders te doen zoals een begeleidende activiteit, schilderen, knutselen, een verhaaltje lezen … Iets anders dan puur functioneel bezig zijn met de kinderen, want daar draait het om.”
“Ik hoop dat de toekomst van ons beroep er beter zal uitzien.”
— Leen Van Gasse
Volhouden
“De uitdaging in de sector is om nieuwe mensen te vinden en aan te werven die ook lang genoeg willen blijven. Ik maak het regelmatig mee: sommige collega’s houden het maar één of twee jaar vol omdat ze uitgeput zijn. Ik doe dit al twintig jaar, dus ik heb al veel ervaring, maar ik zie dat de jonge mensen het heel moeilijk hebben om het vol te houden.”
Toekomst
“Ik hoop dat de toekomst van ons beroep er beter zal uitzien. Ik hoop dat de regering eindelijk doorheeft dat het niet haalbaar is om met achttien kinderen in één groep te staan, met meestal twee of soms een keer drie werknemers. De begeleider-kindratio, het aantal kinderen per begeleider, moet naar beneden en er moeten ook betere arbeidsvoorwaarden komen. Ik denk dat het ene met het andere te maken heeft. Er moeten ook doorgroeimogelijkheden zijn in de sector. Kijk naar mij: ik ben zelfs na twintig jaar ervaring niet echt vooruitgegaan en ik kan ook niet echt vooruitgaan. Terwijl ik wel wat meer zou willen dan alleen maar kinderbegeleidster zijn.”
–
Kwaliteitsvolle kinderopvang is maatschappelijke keuze en zaak van iedereen
Ouders hebben vaak kopzorgen en kampen met obstakels in de zoektocht naar een goede crèche of opvang die aan hun behoeften voldoet. Nochtans is kwaliteitsvolle opvang een recht voor elk kind én elke ouder. Het is een zaak van iedereen, politici, subsidiërende overheden en werkgevers om de voorwaarden te scheppen om dit recht te realiseren.
–