Nieuws

Indonesië: versterking van de rol van vrouwen in de vakbond

Indonesië: versterking van de rol van vrouwen in de vakbond

Een internationaal project versterkt de positie van textielwerknemers in Indonesië, en specifiek die van vrouwen.

Van 2017 tot 2021 liep een internationaal samenwerkingsproject van BBTK en ISVI, in samenwerking met drie Indonesische vakbonden voor textiel, kleding, schoeisel en leder (textiles, clothing, leather and footwear, TCLF): SPN (Serikat Pekerja Nasional), Garteks (Federasi Garment Tekstile, Kulit, Sepatu & Sentra Industri) en GSBI (Gabungan Serikat Buruh Indonesia). Het doel is de vakbeweging en de werknemers in de sector te versterken, met speciale aandacht voor vrouwen.

De Nieuwe Werker sprak met projectcoördinator Darlina Lumban Toruan.

Hoe zijn de arbeidsomstandigheden in de Indonesische TCLF-industrie?

“Er zijn 42 tot 50 miljoen werknemers actief in de TCLF-sector. Het hoogste loon in de sector bedraagt ongeveer 4 miljoen roepia per maand (€250). Het laagste is 1.750.000 roepia (€110). Het minimumloon is te laag om van te leven. Het hoogste dekt slechts 60-70% van de maandelijkse kosten waarmee werknemers worden geconfronteerd.”

“In de kledingsector werken de mensen gewoonlijk 6 dagen per week en tot 12 uur per dag. Wat gezondheid en veiligheid betreft, bepaalt de wet dat werkgevers verplicht zijn alle werknemers in te schrijven voor de sociale zekerheid. In werkelijkheid garandeert de wet deze bescherming niet. In de kledingindustrie wordt veel met aceton gewerkt, maar werkgevers onderkennen niet altijd het gevaar van dit product.”

Wat is het profiel van de mensen die in de sector werken en onder wat voor soort contract werken zij?

“70 tot 80% van de werknemers in de TCLF-sector is vrouw, meestal tussen 18 en 40 jaar oud. Maar veel fabrieken sturen hun productie ook naar thuiswerkers, waar het hele gezin (inclusief kinderen) werkt. Vandaag proberen de bazen het aantal oudere werknemers te verminderen door hen te ontslaan. Zij verkiezen een hoog personeelsverloop, om werknemers met tijdelijke contracten in dienst te nemen. Het langste contract is twee jaar, maar er zijn ook contracten van slechts een paar maanden. De contracten eindigen vaak net voor de religieuze festiviteiten, zodat voor die dagen geen loon verschuldigd is.”

Kan je ons meer vertellen over het project en de samenwerking met BBTK en ISVI?

“In 2017-2021 werkten we samen met SPN, Garteks en GSBI, drie grote vakbonden in de TCLF-sector. De drie partnervakbonden waren betrokken bij alle projectimplementaties en leverden hulpverleners. De belangrijkste activiteiten waren opleidingen voor vakbondsleiders en -leden (tot 80 opleidingen per jaar): vakbondsbestuur, schrijven en onderhandelen, communicatie, jonge vrouwelijke leiders, gezondheid en veiligheid op het werk… De vakbonden ontmoetten hun leden ook in de fabrieken. Het doel was hun kennis van de rechten van werknemers en vakbondsstrategieën te verbeteren.”

In het project gaat speciale aandacht naar vrouwen. Zijn er obstakels voor vrouwen die zich bij een vakbond willen aansluiten? Kan een vakbond een rol spelen bij de bestrijding van discriminatie op grond van geslacht op de werkvloer?

“Wij hebben verschillende activiteiten georganiseerd speciaal voor vrouwen. In Indonesië heerst nog steeds het idee dat vrouwen geen leiders mogen zijn en dat hun plaats in de keuken is. Hoewel de stuurgroep van het project was overeengekomen dat ten minste 30 tot 40% van de deelnemers aan elke activiteit vrouwen moesten zijn, stuurden de vakbonden vaak te weinig vrouwen. Meer vrouwen, opgeleid in het vakbondswezen en in staat om leidinggevende functies op zich te nemen, maakt een vakbond sterker, dynamischer en democratischer.”

“Wij hadden verschillende strategieën om de participatie van vrouwen aan te moedigen, zoals opleiding overdag (omdat vrouwen ‘s avonds vaak niet alleen mogen blijven). Hierdoor konden wij meer vrouwen aantrekken. Vroeger was de aanwezigheid van vrouwen in de vakbondsstructuur niet meer dan een formaliteit. Maar met dit project hebben we vrouwen opgeleid die nu echt actief zijn in alle vakbondsstructuren.”

“Wij hopen dat het project op de lange termijn zal leiden tot een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de vakbondsstructuren. Momenteel bestaat 70 tot 80% van de werknemers uit vrouwen, terwijl minder dan 30% van de vakbondsleiders vrouwen zijn. Het project heeft ook effect binnen de gezinnen, met name wat betreft het inzicht in gender-gerelateerd geweld en de rol van vrouwen.”

Hoe worden vakbonden gezien? Bestaat in het bedrijf het recht van vakvereniging?

“Indonesië heeft het IAO-verdrag inzake de vrijheid tot het oprichten van een vakvereniging geratificeerd, maar in de praktijk wordt het niet nageleefd. Als je lid wilt worden van een vakbond, zal het management proberen je te ontmoedigen. Het bedrijf zal je niet in dienst houden.”

“In de afgelopen twee jaar zijn we voor verschillende obstakels komen te staan. Ten eerste is de nieuwe Omnibuswet in het voordeel van de werkgevers: het wordt voor hen gemakkelijker om werknemers te ontslaan.” (In november 2020 keurde de Indonesische regering de Omnibuswet in onder het voorwendsel dat deze banen zou creëren. In werkelijkheid komt het vooral de werkgevers ten goede, worden eisen/beperkingen voor buitenlandse investeringen opgeheven en worden de milieuregels ingeperkt.)

“Ten tweede hebben tijdens de pandemie bijna alle vakbonden leden verloren. Veel bedrijven zetten de productie stop. Sommigen gebruikten de pandemie als excuus om te verhuizen naar een gebied met lagere lonen of om werknemers te ontslaan.”

“In het verleden kregen we te maken met geweld van het leger en de politie. Nu gebruiken bedrijven milities, zogenaamde ‘premans’, om vakbondsleden te intimideren. Als je een contract aanvraagt om in een door bendes gecontroleerd gebied te werken, moet je ze 4 tot 6 miljoen roepia betalen. Wie weigert te betalen kan fluiten naar zijn job.”

“Ondanks de groeiende moeilijkheden blijven de vakbonden zich organiseren. Op nationaal niveau werken zij goed samen, maar op lokaal niveau is het ingewikkelder. In één fabriek kunnen er wel 15 vakbonden zijn. Dit betekent dat de vakbondsstrijd soms minder doeltreffend is. Bedrijven richten ook hun eigen vakbonden op, die wij ‘gele vakbonden’ noemen, om hun eigen economische belangen te verdedigen.”

Is de internationale dimensie van het project een toegevoegde waarde?

“Het is geweldig om deze internationale dimensie te hebben in de strijd tegen discriminatie op grond van geslacht en de strijd tegen onrechtvaardigheid. Zonder internationale steun zou het voor Indonesische vakbonden moeilijk zijn om alles zelf te organiseren. Wij hebben ons tijdens ons bezoek laten inspireren door de Belgische praktijken. In de vergaderingen met BBTK hebben wij ons geconcentreerd op sociale zekerheid, vakbondsfinanciën en vakbondsstructuren.”

Het werk dat u doet in Indonesië is ook zeer inspirerend. De SPN, Garteks en GSBI hebben meer dan 120.000 leden geworven in slechts 5 jaar? Indrukwekkend. Waar hoopt u zich in de toekomst op te richten?

“De regering en het kapitalisme proberen de arbeiders uit te hongeren. We moeten arbeiders en vakbondsleden blijven opleiden. Anders zou het moeilijk zijn om hun situatie te verbeteren. Het probleem is dat wij veel nieuwe leden aanwerven, maar vaak geen tijd hebben om hen op te leiden. Helaas blijven niet alle leden lang lid van de vakbond. Daarom gaan wij proberen meer opleidingen te organiseren. Vooral over het belang en de rol van de vakbonden in de samenleving, voor het algemene machtsevenwicht in de arbeidswereld.”

Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW