Minachting en gebrek aan verantwoordelijkheidszin bij werkgevers maakt de onderhandelingen in de sector van de dienstencheques bijzonder moeilijk.
// een bijdrage van de Algemene Centrale
De onderhandelingen in de dienstenchequesector zitten in een impasse. De vertegenwoordigers van Federgon, de werkgeversfederatie die de commerciële bedrijven in de sector vertegenwoordigt, beweerden open te staan voor een verbetering van het statuut van de huishoudhulpen. Tijdens de onderhandelingen bleek niets minder waar. Dit is een minachtende en onverantwoordelijke houding. “Voor ABVV Dienstencheques is dit een oorlogsverklaring”, aldus Issam Benali en Sébastien Dupanloup – federaal secretarissen voor de sector.
De onderhandelingen zijn in een impasse geraakt. Wat is het probleem juist?
Sébastien: “Als men tijdens de onderhandelingen verklaart dat men vooruit wil en dat men de situatie wil verbeteren, ben je sprakeloos wanneer je een schriftelijk document ontvangt waarin het tegenovergestelde staat. Eén van onze belangrijkste eisen in deze onderhandelingen is de verhoging van de verplaatsingsvergoedingen. Wanneer je echter een verhoging van 0,02 cent per kilometer aangeboden krijgt, geld gefinancierd door het sociaal fonds en dus door de werknemers zelf, dan lach je de werknemers gewoon uit en doe je er alles aan om niet tot een akkoord te komen.”
“Enkel de winst telt”
Issam: “Gemiddeld verdient een huishoudhulp rond de 12 euro per uur. Dat is weinig in vergelijking met andere sectoren en voor de huishoudhulpen volstaat dat niet om de facturen te betalen. Het is ook een zware job waardoor werknemers fysieke problemen krijgen. De bedrijven vinden daardoor niet voldoende huishoudhulpen, maar toch willen ze in dit akkoord geen werk maken van betere loon- en arbeidsvoorwaarden of van werkbare jobs. Voor de commerciële bedrijven telt duidelijk enkel de winst, niet het welzijn van de huishoudhulpen.”
Is een verbetering van de vervoerskosten een echte noodzaak voor de huishoudhulpen die worstelen om de eindjes aan elkaar te knopen?
Sébastien: “Huishoudhulpen hebben al zeer lage lonen. Als ze daarenboven ook nog eens de vervoerskosten moeten betalen … De verplaatsingsvergoedingen die zij ontvangen zijn schandalig laag en dekken op geen enkele manier de reële kosten: de sector betaalt 13 cent per km tussen klanten, terwijl de norm van de overheid op 37 cent per kilometer ligt. En voor woon-werkverkeer tussen hun huis en dat van hun klant krijgen ze zelfs nóg minder.”
Issam: “Daarbij is de toename van de parkeerkosten door de invoering van betalend parkeren in steeds meer gemeenten schrijnend. We hebben verhalen gehoord van huishoudhulpen die tot €200 aan parkeerkosten moeten betalen, terwijl ze een loon hebben van minder dan €1.000. Vandaag de dag moeten huishoudhulpen betalen om te kunnen gaan werken en dat vinden wij niet normaal. Een betere terugbetaling van verplaatsings- en parkeerkosten is dus broodnodig!”
Voor Federgon lijkt de oplossing evident: de subsidies verhogen en de gebruikers laten betalen?
Sébastien: “Het is duidelijk: voor Federgon zijn de klanten de melkkoe. Deze hebben trouwens ook een rol te spelen in de ondersteuning van de huishoudhulpen. Ik zou het als klant niet fair vinden om een verhoging van €1 te aanvaarden, wetende dat het geld niet rechtstreeks naar de huishoudhulpen gaan, maar eerder gebruikt wordt om concertzalen of startups te betalen of om dividenden uit te keren aan aandeelhouders. Want je betaalt uiteindelijk twee keer als klant: via bijdragen, maar ook via overheidsgeld dat dienstenchequebedrijven financiert. Ook klanten mogen niet de dupe worden van de Federgon-farce.”
“De klanten zijn de melkkoe”
Issam: “Op zich is er voldoende geld in de sector, het is alleen niet eerlijk verdeeld. De grote commerciële bedrijven hebben nog meer dan voldoende marge, dat is door meerdere studies aangetoond. Kleinere en non-profit bedrijven hebben het moeilijker. Maar zomaar extra geld in de sector pompen, is geen oplossing als het weer naar de grote commerciële bedrijven gaat die het via dividenden naar de aandeelhouders laten vloeien. In de toekomst moet de financiering van de sector de huishoudhulpen ten goede komen. Iedere euro voor de sector moet gaan naar betere loon- en arbeidsvoorwaarden, werkbare jobs en een betere omkadering en vorming. Maar voor alle duidelijkheid: een extra financiering is nu niet nodig. Met de marges die er momenteel zijn, is een mooi akkoord voor de huishoudhulpen mogelijk.”
Wordt het tijd dat de politiek verantwoordelijken wakker worden?
Sébastien: “Ook politici hebben een verantwoordelijkheid, want het gaat hier om overheidsgeld. Tientallen miljoenen vloeien naar de dienstenchequesector, maar met welk doel? Door hun huidige passiviteit aanvaarden ze een financiering van de sector voor 70%, maar die de werknemers armer maakt. Momenteel verdienen huishoudhulpen meer door in het zwart te werken, dan te werken via bedrijven als Federgon. Hoog tijd om de juiste vragen te stellen: waar gaat het geld naartoe en wat met de filosofie van het systeem van de dienstencheques die niet langer wordt nageleefd? Voor de ministers die de belangen van vrouwen beweren te behartigen, hier is een dossier waar dringend aan gewerkt moet worden.”
Heeft de mobilisatie van 18 november aangetoond dat de huishoudhulpen bereid zijn tot actie als er niets verandert?
Sébastien: “De huishoudhulpen mogen trots zijn op hun actie. 650 werknemers voor Federgon in tijden van corona, dat is een groot succes. We kunnen weliswaar nog meer volk samenbrengen. Federgon maakt gebruik van het isolement van de werknemers en hoopt dat ze zo hun strijd zullen opgeven. De huishoudhulpen kunnen de werkgevers tonen dat ze hier niet in zullen slagen!”
Issam: “Absoluut. Twee jaar geleden hebben de huishoudhulpen voor het eerst actie gevoerd. In november 2019 trokken we door Brussel naar Randstad-Tempo Team en Federgon. Daarna waren er acties bij onder andere Trixxo, Groep Daenens en Daoust. Door die acties hebben de huishoudhulpen meer vertrouwen gekregen en beseffen ze dat niemand hen het zwijgen kan opleggen. De werkgevers zullen nu en in de toekomst rekening moeten houden met een opstand van de huishoudhulpen die niet meer te stoppen is.”