In november lanceerde Welzijnszorg, de grootste beweging tegen armoede in Vlaanderen en Brussel, de campagne ‘Allemaal digitaal?!’ De campagne klaagt de digitale kloof aan die mensen in armoede treft.
Nog maar al te vaak vergeten we dat je op een smartphone geen huiswerk kan maken, of dat niet iedereen weet hoe hij of zij moet e-bankieren, e-parkeren, een doktersafspraak maken of een ticketje voor de trein kopen … We moeten oppassen dat onze samenleving ook toegankelijk is voor mensen zonder digitale vaardigheden.
Digitale kloof na corona
De coronacrisis heeft ons in een digitale versnelling gekatapulteerd en maakte van toegang tot internet, digitale toestellen en vaardigheden essentiële middelen in de publieke dienstverlening. Gedurende de lockdown kon je alleen nog digitaal deelnemen aan het maatschappelijk leven. De komst van generaties jongeren die opgegroeid zijn met de digitale paplepel, heeft de digitale kloof niet gedicht. Een opleiding of bijscholing is geen oplossing: wie niet constant kan oefenen, verliest zijn digitale vaardigheden.
Anno 2022 is bijna de helft van de mensen in België digitaal kwetsbaar. Van de mensen in een armoedesituatie ervaart maar liefst twee derde problemen in de digitale wereld. Kort opgeleiden of mensen met een laag inkomen kunnen zich vaak de toegang tot onze digitale dienstverlening niet veroorloven. Dit kan ertoe leiden dat ze zo publieke diensten of premies mislopen.
Enkele voorbeelden
Een voorbeeldje: 98% van de gezinnen met een hoog inkomen (>3.000 euro) bezit thuis een breedbandverbinding, tegenover slechts 68% van de gezinnen met een laag inkomen (<1.200 euro). Nochtans wordt dit bijna verondersteld als je bijvoorbeeld veel info of filmpjes voor school moet downloaden, of meerdere kinderen tegelijk online moeten. Je bent vet met een tablet wanneer je je huistaken niet kan downloaden.
En niet iedereen heeft een tablet of laptop: 12% van de kortgeschoolde jongeren heeft enkel hun smartphone om op het internet te gaan, tegenover 2% van de hooggeschoolden. Op een smartphone is het moeilijk online schoolwerk maken of een formulier invullen.
De kloof in digitale vaardigheden is groot tussen de laagste inkomens (32%) en de hoogste (79%), en ook tussen een secundaire opleiding (26%) en hoger onderwijs (77%). Ook is er een verschil tussen werkenden (64%), werkzoekenden (42%) en gepensioneerden (31%).
Op een smartphone is het moeilijk online schoolwerk maken of een formulier invullen.
Wie denkt dat dit niet van belang is, staat niet stil bij alle dagelijkse digitale vaardigheden die we tegenwoordig verondersteld worden te hebben: bankdiensten, een doktersafspraak maken, een boete betalen, parkeren, een ticketje voor de trein kopen …. Zo is er maar liefst 25% verschil in het gebruik van e-gezondheid tussen laag- en hoogopgeleiden.
Oplossingen en eisen
Welzijnszorg pleit voor meer en toegankelijkere opleidingen, die rekening moeten houden met de ‘randvoorwaarden’. Vaak zijn de opleidingen nog te formeel, te schools en gaan ze te snel. Belangrijk: deze opleidingen vinden vaak plaats in het kader van een activeringsbeleid, en falen betekent soms het verliezen van je uitkering.
Ook hebben de deelnemers aan opleidingen vaak gevoelens van onzekerheid en schaamte, terwijl de medewerkers van de formele ondersteuningsnetwerken/digipunten weinig voeling hebben met mensen in een armoedesituatie. De beste aanpak lijkt het organiseren van digitale ondersteuning bij een sociale organisatie.
Welzijnszorg vraagt dan ook de erkenning van de toegang tot internet als een basisrecht (met sociaal tarief telecom), duurzame ondersteuning en voor organisaties die hierrond werken en gegarandeerde niet-digitale toegang tot het dienstenaanbod van de overheid.
Hier kan je het volledige campagnedossier lezen. Wie vragen rond dit thema heeft kan contact opnemen met Welzijnszorg op info@welzijnsorg.be of 02/502.55.75.