Een wetsvoorstel van minister Van Quickenborne zou manifestanten een “demonstratieverbod” kunnen opleggen. “Extreem problematisch”, aldus Miranda Ulens, algemeen secretaris van de vakbond ABVV.

Aanstaande dinsdag (16 mei) wordt in de parlementaire commissie een wetsvoorstel van Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne besproken. Dit voorstel zou volgens de minister justitie “menselijker, sneller en straffer” moeten maken.

Demonstratieverbod

Het wetsvoorstel voorziet in strenge straffen voor “relschoppers” die het tijdens betogingen of andere manifestaties te bont maken: brand stichten, vernielingen aanbrengen, beschadigen van eigendom, enzovoort. Wie wordt veroordeeld kan een demonstratieverbod krijgen opgelegd tot drie jaar, of tot zelfs zes bij recidive.

Maar volgens de vakbonden komen hiermee de democratische vrijheden in het geding. Miranda Ulens schat de situatie in als “bijzonder zorgwekkend. De te bestraffen handelingen gaan immers zeer breed. Het spuiten van schuim zoals in de actie van een paar maanden geleden zou al aanleiding kunnen zijn voor iemand om een jarenlang demonstratieverbod op te lopen, ook al gebeurt dit op uiterst vreedzame wijze en zonder gevaar voor de openbare veiligheid.”

Hellend vlak

Volgens de vakbonden bevinden we ons op een hellend vlak waarbij het maatschappelijk middenveld stapsgewijs monddood wordt gemaakt.

Sommige advocaten zien dit als criminalisering van sociale actie. Het doel is zogezegd de veiligheid te garanderen, maar daarvoor bestaat in de wet al een heel arsenaal aan maatregelen. Het lijkt er hier eerder op dat men het recht op actie, demonstratie en het stakingsrecht probeert te beknotten.

Negatief advies

Ook mensenrechtenorganisaties reageerden al bijzonder sceptisch. Het Federaal Instituut voor de Mensenrechten bracht een negatief advies uit over dit wetsvoorstel en herinnert “dat het recht op betoging een hoeksteen is van een democratische samenleving.”

Ook de Hoge Raad voor Justitie plaats grote vraagtekens over hoe dit wetsvoorstel te verzoenen valt met de artikelen 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

“We roepen alle politieke partijen op, in het bijzonder ter linkerzijde, om dit niet zomaar te laten passeren”, vervolgt Miranda Ulens. “We zien dat de aanvallen op syndicale vrijheden de laatste jaren gestaag toenemen. Zo werden vakbondsleden al veroordeeld tot voorwaardelijke celstraffen omdat ze louter aanwezig waren op vakbondsacties. We zien vandaag ook in het conflict rond Delhaize dat de methodes tegen vakbondsactie driester en driester worden.”

“Daarom komen we aanstaande maandag 22 mei ook op straat. We gaan onze stem luid laten horen. Onze syndicale vrijheden, het recht om vreedzaam actie te voeren voor sociale vooruitgang, gaan we ons niet laten afpakken”, besluit Miranda Ulens strijdvaardig.