Nieuws

Vrouwelijk beroep = ondergewaardeerd beroep

Vrouwelijk beroep = ondergewaardeerd beroep

Vrouwen kiezen niet per se voor minder goed betaalde beroepen. We zien daarentegen dat sommige beroepen, naargelang ze ‘vervrouwelijken’, inboeten aan maatschappelijke en financiële waardering.

Het is goed nieuws dat beroepen vervrouwelijken en dat vrouwen succesvolle carrières uitbouwen. Maar er is altijd een keerzijde aan een medaille. De samenleving, als in een oude patriarchale reflex, toont minder waardering voor bepaalde beroepen zodra die zogezegd ‘vrouwelijker’ worden. Daaronder hebben ook de arbeidsomstandigheden en de lonen te lijden. Waar komt deze trend vandaan?

Opwaartse mobiliteit

“Minder dan een eeuw geleden, toen de school verscheen als een belofte van opwaartse sociale mobiliteit, was de leraar een meester. Een gerespecteerd geleerde, een morele autoriteit, een prestigieuze gast. Hij werd niet bijzonder goed betaald, maar stond in hoog aanzien en stond ongegeneerd tussen de dokter en de burgemeester, op het kruispunt van kennis en macht. Leraar worden was een promotie, een bron van trots: men kon ervan dromen.”

Isabelle Marlier

Deze mooie beschrijving van het beroep van leraar komt uit een analyse van Isabelle Marlier, gepubliceerd in 2016 door het Institut d’histoire ouvrière, économique et sociale (IHOES).

Vandaag de dag maakt de onderwijzer in de publieke opinie vreemd genoeg niet langer deel uit van deze gerespecteerde ‘elite’. De ‘Global Teacher Status Index’ is een internationaal onderzoek (in 2018 uitgevoerd in 35 landen) naar het beeld bij het grote publiek van het lerarenberoep.

Uit de resultaten blijkt duidelijk dat ‘de leraar’ ver verwijderd is van de hierboven vermelde beschrijving van ‘meester of ‘gerespecteerde geleerde’. Wat respect voor het beroep betreft, geeft de Global Teacher Status Index aan dat “lesgeven niet bijzonder hoog scoort in vergelijking met andere beroepen. Schooldirecteurs worden echter hoger ingeschaald dan leerkrachten van middelbare scholen, die op hun beurt hoger worden ingeschaald dan leerkrachten van basisscholen.”

Wat is er dan gebeurd? Een deel van het antwoord: in het basisonderwijs was in 2019 ongeveer 88% van de Vlaamse leerkrachten vrouw, tegenover 12% mannen. In het secundair onderwijs is de kloof iets kleiner, met 64% tegenover 36%.

Zorgberoepen

Uit de index blijkt ook dat in de meeste landen waar de vraag werd gesteld, de leraar in dezelfde categorie van banen wordt ingedeeld als de maatschappelijk werker of de verpleegster.

En wat hebben de sectoren onderwijs, maatschappelijk werk en gezondheidszorg met elkaar gemeen? “Het zijn allemaal beroepen van dienstverlening aan de samenleving of aan personen, menselijke en verzorgende beroepen in de breedste zin van het woord, zogenaamde ‘zorgberoepen’. Het zijn ook, en vooral, rollen die voor driekwart door vrouwen worden vervuld.”

Men kan dus moeilijk anders dan concluderen dat de vervrouwelijking van de zorgberoepen – in de ruime zin van het woord – rechtstreeks heeft geleid tot dit verlies aan maatschappelijke waardering.

Werk en loon

Te snelle conclusie? De geschiedenis toont dat wanneer een job ‘vervrouwelijkt’, in zekere mate gedevalueerd wordt, ook in termen van verloning.

De ETUI-studie ‘She works hard for the money’ zegt dat de ‘vervrouwelijking’ van beroepen die vroeger door mannen werden gedomineerd – zoals bankbedienden, administratieve beroepen, leraren – vaak heeft geleid tot lagere lonen en een devaluatie van de status van deze beroepen. Hieruit blijkt een systematische onderwaardering van het werk van vrouwen, waarvan we vandaag de gevolgen zien in onder andere ongelijke verloning.

Gevangenen der liefde

De theorie van de ‘gevangenen der liefde’ (beschreven door de econome Nancy Folbre in 2001) stelt dat in zorgberoepen de patiënt (kind, bejaarde, zieke, enzovoort) afhankelijk is van zijn of haar ‘zorgverlener’. Er ontstaat een relatie van vertrouwen, empathie en soms zelfs oprechte genegenheid tussen de twee.

Als gevolg daarvan wordt het welzijn van de patiënt vaak een prioriteit voor de verzorgers, nog belangrijker dan het nastreven van hun eigen belangen in termen van loon en werkvoorwaarden. Dit dilemma tussen ‘liefde’ en eigenbelang maakt collectieve actie ook moeilijker.

“Vanwege de specifieke driehoeksverhouding tussen verzorgers, cliënten en werkgevers hebben stakingsacties eerder gevolgen voor patiënten en hun familie dan voor werkgevers, die bij een staking zelfs geld kunnen besparen. Het zijn dus de specifieke ethiek van hun beroep en de houding tegenover het welzijn van hun patiënten die de bereidheid van zorgverleners om hun belangen door middel van collectieve actie te verdedigen, in de weg staan.”

Ander onderzoek naar eerstelijns zorgmedewerkers in Engeland toont zelfs dat veel werkgevers dit specifieke arbeidsethos gebruiken om lage lonen te normaliseren, en zelfs de ‘roeping’ van vrouwelijke werknemers die deze perceptie aanvechten, in twijfel trekken.

Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW