Nieuws

Digitale kloof blijft globaal pijnpunt

Digitale kloof blijft globaal pijnpunt

Toegang tot internet lijkt essentieel te zijn geworden voor ‘volwaardige’ deelname aan het economische en sociale leven. Ondanks de snelle technologische vooruitgang en de digitale ‘boom’ tijdens en sinds de coronacrisis, blijft wereldwijd een digitale kloof bestaan. Er ontstaan verschillen tussen degenen die toegang hebben tot het internet en degenen die daarvan zijn uitgesloten.

Derde van de wereldbevolking

Volgens de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU) had in 2022 een derde van de wereldbevolking, 2,7 miljard mensen, geen toegang tot het internet. Regio’s met lage inkomens worden het hardst getroffen door deze ongelijkheid, maar het wordt ook weerspiegeld in termen van geslacht en of mensen op het platteland of in de stad wonen. De oorzaken zijn de kosten van internettoegang, het gebrek aan infrastructuur of menselijke of technologische hulpbronnen, maar ook de moeilijke toegang tot onderwijs en digitale vaardigheden.

Om deze digitale kloof te bestrijden, “moeten we vijf andere kloven overbruggen”, zegt Tomas Lamanauskas, adjunct-secretaris-generaal van ITU: de inkomenskloof, de kloof tussen stad en platteland, de generatiekloof, de onderwijskloof en de genderkloof.

En in België?

Vorig jaar publiceerde de Belgische Vereniging voor Onderzoek en Expertise voor Consumentenorganisaties (BV-OECO), waartoe het ABVV behoort, de resultaten van een studie over de digitale kloof in België. Deze kloof manifesteert zich op drie niveaus: ten eerste de toegang tot digitale technologieën (waaronder toegang tot het internet en het bezit van een smartphone en/of pc), ten tweede digitale vaardigheden en ten derde het gebruik van essentiële diensten.

BV-OECO geeft aan dat de digitale kloof wat betreft bezit tegen 2022 kleiner is geworden. Desondanks heeft zes procent van de Belgische bevolking nog steeds geen internettoegang. Dit cijfer stijgt tot twaalf procent bij de laagste inkomens; en daalt tot vijf procent voor de middeninkomens.

“Bij de COVID-maatregelen heeft de overheid zich vooral gericht op de meest kwetsbaren van onze samenleving om toegang tot het internet te bevorderen. Maar deze cijfers tonen aan dat ook de lagere middenklasse nog moeilijkheden ondervindt om hun toegang tot dit informatiekanaal te garanderen”, zo stelt de organisatie.

Naast eenvoudige ‘toegang’ tot het internet, zijn er nog steeds echte kloven in digitale vaardigheden. Cijfers van Statbel en de Koning Boudewijnstichting verschaffen hier inzicht. “De cijfers over kennis van online veiligheid zijn bijzonder zorgwekkend. 28 procent van de Belgen heeft geen basiskennis over hoe ze zichzelf online beter kunnen beschermen.” Dit gebrek aan kennis is ook zichtbaar bij jongeren, want uit de studie van BV-OECO blijkt dat één vierde van de jongeren onder de 24 geen kennis heeft van digitale veiligheid. Zij zijn dus evenveel potentiële slachtoffers van online fraude of oplichting. Daarbij komen nog een aantal factoren zoals lees- en schrijfproblemen, gebrek aan kennis van hulpmiddelen, taalproblemen, enzovoort.

Voortdurend aanpassen

Deze kwetsbaarheid betekent dat toegang tot een aantal essentiële diensten moeilijk of onmogelijk is. Vooral in het bankwezen, de administratie en de gezondheidszorg. “Het feit dat digitalisering in een razend tempo plaatsvindt, betekent ook dat gebruikers zich voortdurend moeten aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. In een eerlijke samenleving kunnen we alleen tevreden zijn als we niemand achterlaten. Daarom is het belangrijk dat er voor essentiële sectoren (overheid, banken, verzekeringen, vervoersbewijzen, gezondheidszorg, onderwijs …) niet-digitale alternatieven blijven bestaan. De actoren in deze essentiële sectoren dragen immers een maatschappelijke verantwoordelijkheid omdat ze nu eenmaal diensten van maatschappelijk belang aanbieden”, aldus het platform.

Hoe kan deze digitale kloof in de praktijk worden verkleind? De consumentenorganisaties vragen in het bijzonder om de ontwikkeling van alle projecten die gericht zijn op het verbeteren van de toegang tot internet; het opnemen van digitale cultuur en vaardigheden in het onderwijs; de verplichting voor essentiële sectoren om niet-digitale alternatieven aan te bieden zonder extra kosten (het recht op fysieke en/of papieren communicatie); het wettelijk vastleggen van het recht op contante betalingen, tot een bepaald bedrag; en investeringen in openbare diensten om de toegang tot fysieke loketten te garanderen, wat de enige manier is om de sociale inclusie van alle burgers te garanderen.

Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW