Nieuws

“Blaffende honden en wapenstokken: iedereen was doodsbang”

“Blaffende honden en wapenstokken: iedereen was doodsbang”

Juristen, vakbonden en tal van middenveldorganisaties zijn bezorgd over de uitholling van het fundamenteel democratisch recht om te betogen. Samen hebben ze de coalitie ‘Recht op Protest’ opgericht. Alarmerende getuigenissen van activisten en experten op een eerste debatavond bevestigen dat ze terecht bezorgd zijn.

Betogingsrecht is fundamenteel in elke democratie. Dit recht staat echter zwaar onder druk, in Europa, maar ook in ons land. Sinds enkele jaren proberen politici – de overgrote meerderheid is van rechtse signatuur – dit recht in te beperken. De aanvallen worden steeds talrijker. Volgens de leden van de coalitie ‘Recht op Protest’, met onder andere de drie Belgische vakbonden, Greenpeace, Amnesty International en de Liga voor Mensenrechten (* zie lijst onderaan) moet deze evolutie ons allemaal grote zorgen baren. Een debatavond aan de ULB begin deze maand ondersteunt deze noodkreet.

Voorwaardelijk recht

Even kaderen. In ons land is het betogingsrecht fundamenteel. Toch wordt ook het concept “toegestane betoging” gehanteerd. Je hebt in elke gemeente toestemming nodig van de burgemeester om een betoging te organiseren, die je krijgt via een aanvraag bij de lokale politie. We kunnen ons afvragen waarom je, als het een fundamenteel recht is, toestemming nodig hebt om dit recht uit te oefenen. Bovendien verschilt de termijn om een geldige aanvraag te doen per gemeente.

“België is één van de weinige landen waar zulke regels bestaan”, zegt Carine Thibaut, algemeen directeur van Amnesty International België. “Deze regels vormen op zich al een middel om de uitoefening van het betogingsrecht te beperken. In Namen bijvoorbeeld duurt de procedure om toelating te krijgen drie maanden. Je moet drie maanden voor de betoging plaatsvindt een aanvraag indienen. Dit doet vragen rijzen over spontane betogingen. Is het de inwoners van Namen verboden om de dag na bomaanslagen in het buitenland spontaan samen te komen om te eisen dat er een einde aan komt?”

  • Debat Recht op Protest 1
  • Debat Recht op Protest 2
  • Debat Recht op Protest 3
  • Debat Recht op Protest 4

Minderjarigen, voorbijgangers, een bejaarde …

Aurélien Berthier start zijn getuigenis door zichzelf te omschrijven als een ‘zondagsbetoger’: “Ik betoog niet vaak, altijd in het kader van toegestane betogingen, ik blijf uit de buurt van herrieschoppers en politie.” De toon van zijn verhaal verandert wanneer hij als ‘zondagsbetoger’ vertelt hoe hij slachtoffer werd van de politietechniek om betogers in een fuik te dwingen en zo controle te krijgen op een menigte.

In 2020 was Aurélien op de terugweg van een betoging voor extra middelen voor gezondheidszorg en ziekenhuizen, toen hij door de politie werd tegengehouden. “We waren op de terugweg in de Regentschapsstraat. In de verte zagen we de oproerpolitie in gevechtstenue zich klaarmaken om in te grijpen. Best indrukwekkend. Zelf waren we niet op onze hoede: de betoging was voorbij, we stonden midden in een groep mensen waarvan sommigen gewoon voorbijgangers waren.”

Opeens ‘chargeert’ de politie en valt de mensen aan, schudt hen door elkaar, molesteert sommigen en pakt tientallen mensen op gewelddadige wijze op. Zij worden naar de kazerne van Etterbeek gebracht en gedurende meerdere uren van hun vrijheid beroofd. “Er waren minderjarigen bij van wie de ouders niet eens op de hoogte werden gebracht”, vertelt Aurélien. “Ik herinner me ook een oude man met zijn winkeltas en zijn boodschappen die eruit staken. Ze lieten de honden doelbewust naar ons blaffen en sloegen met de wapenstokken op de grond. Iedereen was doodsbang.”

Schrik aanjagen is effectief

Wat gebeurt er wanneer Aurélien terug op vrije voeten is? Niet veel. “Na deze gebeurtenissen was ik echt geschokt door de manier waarop de pers erover berichtte. Ze gaven alleen de versie van de politie. Pas achteraf, toen een journalist van Le Soir wat grondiger te werk ging, werd de waarheid verteld.”

Het Comité P (het extern controleorgaan dat toezicht houdt op de politiediensten) diende een klacht in tegen de gewelddadige politieagenten. Maar er werd geen actie ondernomen. Er werd ook een verzoek ingediend bij de burgemeester van Brussel om in te grijpen, maar ook dat bleef zonder gevolg.


De agenten vertellen me dat ik moet verwachten gearresteerd te worden wanneer ik een grondrecht wil uitoefenen:
het recht om te protesteren.

— Aurélien

Tijdens de arrestatie krijgt Aurélien van de politieagenten te horen dat “wie niet gearresteerd wilt worden, niet moet betogen” of dat “linkse oproerkraaiers oogsten wat ze zaaien.” “Het is te gek voor woorden,” fulmineert Aurélien, “veiligheidsdiensten vertellen dat je moet verwachten gearresteerd te worden wanneer je gebruik maakt van je rechten. Het ergste is dat deze intimidatie effectief is: je wordt bang om te betogen. Het heeft me echt enkele jaren gekost om terug naar acties te gaan.”

Fundamenteel recht

Pierre-Arnaud Perrouty, directeur van de Ligue des droits humains, benadrukt dat het recht om te betogen een grondrecht is. De redenering? Democratie is van nature onvolmaakt. Een parlementaire vertegenwoordiging is niet voldoende. Burgers moeten hun mening ook kunnen uiten buiten parlementaire verkiezingen en moeten dus kunnen protesteren. Dit recht wordt beschermd door de Belgische grondwet en door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Maar Pierre-Arnaud stelt een opmerkelijke evolutie vast: “De laatste jaren zijn politiemisbruik of wangedrag onvoldoende veroordeeld en tegelijkertijd worden er steeds meer administratieve sancties opgelegd aan betogers.”

De debatavond van 3 oktober bevestigt deze vaststelling. Stuk voor stuk geëngageerde burgers, klimaatactivisten, activisten voor mensenrechten en voor vrede. Velen hebben het optreden van bepaalde politieagenten bij verschillende betogingen met eigen ogen gezien. Sommigen waren ook getuige van de wantoestanden door de politie tijdens de acties van de gele hesjes in Frankrijk.

Afwijkingen

Maar het gaat niet alleen om politiegeweld. Ook wettelijke instrumenten, met oorspronkelijk een andere opzet, worden gebruikt om actievoerders aan te pakken. Selena Carbonero, federaal secretaris van vakbond ABVV, legt uit dat vakbondsleden enkele jaren geleden veroordeeld werden tot voorwaardelijke gevagenisstraffen voor “kwaadwillige belemmering van het verkeer” tijdens een nationale actie. Toen dit beruchte artikel 406 van de strafwet werd aangenomen na de staking van 1960-61, was het echter heel duidelijk dat ze niet van toepassing kon zijn op vakbondsacties. Dit staat zwart op wit in de verslagen van de parlementaire debatten.

Toch vond er een verschuiving plaats. Selena: Vandaag zien we dat sommige wettelijke bepalingen worden misbruikt tegen de vakbonden. Daarom bundelen we onze krachten met andere organisaties, die ook het doelwit zijn van deze autoritaire afwijkingen en die misschien minder stevige schouders hebben dan de vakbondsorganisaties om ze het hoofd te bieden: om beroep aan te tekenen, om zich te verdedigen voor de rechtbank … We willen solidair met hen zijn.”


Selena Carbonero

We bundelen de krachten met andere organisaties die minder sterke schouders hebben om samen het hoofd te bieden aan het misbruik van sommige wettelijke bepalingen en de aanvallen op het betogingsrecht

— Selena Carbonero

Actie ondernemen

Met elkaar praten, informatie delen, sensibiliseren – de verschillende organisaties binnen de coalitie ‘Recht op Protest’ zijn er allemaal mee bezig. Maar ze ondernemen ook actie. Nadat de coalitie zich afgelopen februari had gemobiliseerd tegen de stemming in het parlement om “kwaadwillige aantasting van het overheidsgezag” strafbaar te stellen, ging ze in beroep bij het Grondwettelijk Hof om de opname van dit misdrijf in het nieuwe Belgische stafrecht ongedaan te maken. Dit zou immers ernstige risico’s inhouden voor het betogingsrecht en de vrijheid van meningsuiting. De coalitie stipt aan dat burgerlijke ongehoorzaamheid en oproepen daartoe gecriminaliseerd zouden kunnen worden.

Manifest

De leden van de coalitie ‘Recht op Protest’ (*) wijzen erop dat sociale bewegingen, sinds de oprichting van België, de wetgeving hebben beïnvloed door te eisen dat wetten zouden worden goedgekeurd, gewijzigd of afgeschaft. Ze roepen op de bijdrage van sociale bewegingen aan de positieve ontwikkeling van de wetgeving in de rechtsstaat niet uit het oog te verliezen. Ze stellen de huidige inbreuken op het betogingsrecht scherp aan de kaak, in het bijzonder via hun manifest.

Een samenvatting van het manifest kan je hier downloaden en lezen.



De coalitie ‘Recht op protest’ bestaat uit: ABVV-FGTB, ACLVB – CGSLB, ACV – CSC, Amnesty International, CEPAG, CIRE, CNCD-11.11.11, FIAN, FOS, Greenpeace, KIFKIF, Ligue Des Droits Humains, Ligue Des Familles, Liga Voor Mensenrechten, MOC, PAC, Vluchtelingenwerk, Soralia …



Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Lees ook x

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW