Het ABVV blaast 80 kaarsjes uit, maar blijft geschiedenis schrijven. Samen met jou, dag na dag. Een terugblik.
Tachtig jaar geleden, op 28 en 29 april 1945 kwamen 1000 afgevaardigden, leden van verschillende vakbonden, samen in het Volkshuis in Brussel. Het doel? Hun onafhankelijk werkende linkse vakbonden verenigen tot een brede federatie van vakcentrales. Geen gemakkelijke taak want verschillende stromingen kwamen er samen: socialistische, communistische en renardistische (naar Luiks vakbondsleider André Renard die eigen economisch beleid voor de regio’s bepleitte). Maar na de oorlog waren de uitdagingen zo groot en klonk de roep om eindelijk sociale vooruitgang te brengen zo luid, dat een sterke vakbond broodnodig was. Een sterke vakbond over de sectoren heen. Op 1 mei werd die officieel opgericht: het Algemeen Belgisch Vakverbond – ABVV was geboren.

Het ABVV bestond toen uit een vijftiental vak- of beroepscentrales, waaronder de centrale der metaalbewerkers, de mijnwerkerscentrale, die van de openbare diensten … Vandaag zijn er nog zes. Door zich aan te sluiten bij het ABVV konden de beroepscentrales hun autonomie behouden, maar erkenden ze wel de bevoegdheden en het gezag van de koepel ABVV en stemden ze in met de lijnen bepaald door de statuten en organen van de federatie.
Het ABVV slaagt er vervolgens in om voeling te houden met de realiteit op het terrein, zowel in het noorden, het centrum als het zuiden van het land door dienstverlening uit te bouwen in alle regio’s en door drie intergewestelijken op te richten (een Vlaams, Waals en Brussels ABVV) en zo gelijke tred te houden met de staatshervormingen in ons land.
Ledenaantal verdubbelen
Vanaf het begin werd de lat hoog gelegd. Het ABVV had 525.000 leden maar moest binnen het jaar de kaap van een miljoen bereiken. Dat was de doelstelling die de eerste ABVV-voorzitter, Joseph Bondas, aankondigde na het fusiecongres. Een doelstelling die pas vele tientallen jaren later gehaald zou worden. Sommigen hadden gecollaboreerd met het naziregime, anderen waren net actief geweest in het verzet, er was heel veel werk om een imago op te bouwen en opnieuw te overtuigen. Het vakbondswerk moest ook gedeeld worden met het ACV, want hoewel dat Algemeen Christelijk Vakverbond had deelgenomen aan de eerste fusiebesprekingen, haakten ze af bij de opbouw voor één vakbond. Het ACV zou zijn confessionele karakter, met religieuze politiek-maatschappelijke beweging, behouden. Vandaag telt dat ACV 1,7 miljoen leden, het ABVV meer dan 1,5 miljoen.

“De kracht van werknemers en werkneemsters is samen
— Thierry Bodson, voorzitter ABVV
strijden, of dat nu binnen je bedrijf, voor je sector, of over alle
sectoren heen, voor iedereen is. De kansen op een overwinning
vergroot je door je te verenigen, je achter eenzelfde doel te
scharen en dezelfde methodes te hanteren”.
Loonsstijging van 60%
Het ABVV zette meteen nieuwe looneisen bovenaan de agenda. En niet de minste: een loonsverhoging van 60% ten opzichte van 1940. Daarbij verbleken de looneisen van vandaag, maar eigenlijk loopt elke vergelijking mank. Toen de oorlog eindigde, liepen de lonen volledig uit de pas met de kosten van levensonderhoud. De prijzen schoten omhoog en er was nog steeds geen mechanisme om ze aan banden te leggen. Het ABVV nam de missie op om, in overleg met de werkgevers, te lobbyen voor de
invoering van een minimumloon en een indexering van de lonen gekoppeld aan de evolutie van de prijzen. De prijzen zouden ook streng gecontroleerd moeten worden.
Als het ABVV vandaag de automatische indexering met hand en tand verdedigt en onophoudelijk een hervorming eist van de loonnormwet die werknemers elk perspectief op loonsverhoging ontzegt, dan is dat net omdat het in ons DNA zit om een eerlijk deel te eisen van de welvaart die we met z’n allen creëren. Wat de werkgevers en rechtse of liberale politici ook zeggen over de nood om de broekriem aan te halen. Hun verhaaltje is al 80 jaar hetzelfde.
Onafhankelijkheid
In tegenstelling tot zijn voorgangers wilde het ABVV onafhankelijk zijn van politieke partijen. In de beginselverklaring lezen we: “in een geest van volstrekte onafhankelijkheid tegenover politieke partijen en met ‘inachtname’ van alle politieke en ‘philosophische’ overtuigingen, bevestigt het ABVV deze doelstellingen met haar eigen middelen te willen verwezenlijken door beroep te doen op de ‘rechtstreeksche’ ‘aktie’ van alle arbeiders”. Er wordt duidelijk vermeld dat leden het recht hebben zich aan te sluiten bij de partij van hun keuze, met uitzondering van fascistische partijen. Eind vorig jaar werd dit punt als volgt verduidelijkt: “het lidmaatschap van het ABVV is onverenigbaar met het militeren voor, de toetreding tot of elke vorm van samenwerking met extreemrechtse partijen of bewegingen”.
Het gevolg van deze onafhankelijkheid is het verbod voor vakbondsleiders om zowel een politieke
als een vakbondsfunctie uit te oefenen. Deze onafhankelijkheidsverklaring deed sommigen knarsetanden, maar werd nooit uit de statuten van het ABVV geschrapt.
Vanaf 1949 voerden coöperaties, vakbonden, mutualiteiten en de socialistische partij echter een gezamenlijke socialistische actie, met name tegen de troonsbestijging van Leopold III. Vanaf dan werkten de vier takken op gelijke voet samen om gemeenschappelijke belangen te dienen. Dit stelde de vakbond in staat om de partij kritisch te bekijken en zich niet noodzakelijk gebonden te voelen door haar lijn. De communistische tendens bleef wel aanwezig en invloedrijk op het terrein, maar vervaagde geleidelijk binnen de structuren.
Gewicht in de schaal
Vandaag zijn vakbonden de pijlers van de democratie en van de sociaal-economische werking van het land. De oprichters van het ABVV zouden ongetwijfeld trots zijn op wat ze tot stand gebracht hebben en zouden blij zijn met de vervrouwelijking van onze organisatie. Het ABVV behartigt vandaag de belangen van de werknemers in alle sectoren, in overeenstemming met de doelstellingen die het zich in 1945 gesteld heeft: zij die de echte rijkdom van het land creëren en de economie draaiende houden, moeten inspraak hebben. Het ABVV is ook veel meer vervrouwelijkt aan de basis en in zijn bestuursorganen, maar er is nog een lange weg af te leggen naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
De verankering in bedrijven en de aanwezigheid en dienstverlening in het hele land vormen de basis van de kracht van onze vakbond maar het is de gemeenschappelijke structuur, het ABVV, die ons toelaat gewicht in de schaal te leggen. Politieke tegenstanders hebben dat maar al te goed begrepen. Daarom willen ze het sociaal model ontmantelen en het sociaal overleg aan banden leggen, terwijl vakbonden hiermee al 80 jaar lang inspraak en zeggenschap opeisen en sociale vooruitgang boeken voor werknemers. Aan ons om niet in die val trappen en meer dan ooit samen sterk staan.


Ik ben in januari vorig jaar verhuisd en krijg sedertdien De Nieuwe Werker niet meer toegestuurd.
Hierbij mijn nieuw adres :
Statiestraat 113
2070 Zwijndrecht
Sinds 1964 lid(ABVV Jongeren) en nog steeds lid( gepensioneerd) nooit gevierd geweest omdat ik van ABVV metaal naar BBTK ben overgegaan nadat ik bediende ben geworden. Steeds vakbondsafgevaardigde geweest. Vind ik wel teleurstellend.