De strijd voor eerlijk platformwerk is een strijd voor fatsoenlijk werk voor vaak heel kwetsbare werknemers. Platformwerkers aller landen, verenigt u!
// een bijdrage van BTB– en ETF-voorzitter Frank Moreels
Op 9 december kondigde de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von der Leyen, een EU-richtlijn voor platformwerkers aan. Dit voorstel moet orde aanbrengen in de chaos van de platformeconomie. Is dit commissievoorstel positief voor de werknemers?
Ja, maar … Het is een goed idee om platformwerkers eindelijk beter te beschermen. Er is echter nog een lange weg te gaan. Als het commissievoorstel goedgekeurd wordt, duurt het nog enkele jaren voordat het van kracht wordt.
Laat ons vooral niet vergeten dat we te maken hebben met agressieve platformbedrijven zoals Uber, Deliveroo, Lyft … Die bedrijven zullen miljoenen euro’s mobiliseren voor lobbywerk, enkel en alleen om hun uitbuitende bedrijfsmodel op te dringen.
Ze zijn met veel …
Vandaag werken miljoenen mensen in de platformeconomie. Het zijn niet zomaar wat bijklussende studenten, of een verwaarloosbaar aantal werknemers. In Europa werken momenteel 28,3 miljoen werknemers bij platformen als Deliveroo, Uber … Er zijn 500 platformbedrijven actief in Europa. De Commissie verwacht dat in 2025 zo’n 43 miljoen werknemers voor platformen zullen werken.
Meer dan de helft van die werknemers verdient niet eens het nationaal minimumloon. Veel van hen werken meer dan 12 uur per dag. Gemiddeld staan platformwerkers 8,9 uur per week (meestal onbetaald) te wachten. De Europese Commissie gaat ervan uit dat één vijfde van de platformwerkers in een fout statuut werken.
… en ze hebben het moeilijk
Platformbedrijven verkopen een ‘sexy’ verhaal. Een vals verhaal van autonomie en vrijheid voor de werknemer, en een betere en goedkopere service voor klanten. Maar het bedrijfsmodel van platformbedrijven is gebaseerd op economische uitbuiting van werknemers. Ze ondermijnen de arbeidswetgeving en de sociale zekerheid. Vaak betalen ze (zo goed als) geen belastingen in het land waar ze opereren en ontwijken ze belastingen via allerlei constructies.
Ze verschaffen ook ‘werk’ aan de meest kwetsbaren. Dit zou een goeie zaak zijn, mochten ze ook de rechten van deze kwetsbaren respecteren. Vorig jaar klaagde de Franse vakbond CGT het bedrijf Fritchi aan. De firma stelde in de omgeving van Parijs 200 illegale werknemers tewerk als koeriers. Hun werkomstandigheden waren beneden alle peil. Illegalen zijn immers gemakkelijke slachtoffers die niet snel zullen klagen.
De vakbond richtte ondertussen een ‘syndicat de livreurs‘ (koeriersvakbond) op en slaagde erin de meeste van deze riders te regulariseren. Het toont aan hoe platformbedrijven de meest kwetsbare groepen in de maatschappij rekruteren, hopend op gedweeë werknemers. Zeker als ze erin slagen om de vakbond buiten te houden. In dit geval was dit buiten de waard gerekend.
Wie trouwens een kijkje wil nemen achter de uitbuitingsschermen van de platformeconomie moet de film van Ken Loach “Sorry we missed you” bekijken.
Nieuwe slaven van de weg?
Aanvankelijk werkten platformen als Deliveroo en UberEats nog veelal met studenten die al fietsend een centje wilden bijverdienen. De laatste jaren zien we het doelpubliek voor zulke jobs verschuiven naar mensen die zich onderaan de arbeidsmarkt bevinden. Vaak mensen van een andere origine die de taal niet (helemaal) machtig zijn en op de gewone arbeidsmarkt weinig kansen krijgen, maar op deze manier toch hun boterham kunnen/willen verdienen.
Maar ook steeds meer mensen zonder papieren en zelfs minderjarigen werken met ‘gehuurde’ accounts van anderen. Een account huren of kopen gaat zeer makkelijk. Ze circuleren vlot op sociale media. Huurbedragen tot 100 euro per week zijn geen uitzondering. Ter illustratie: vooraleer je 100 euro hebt verdiend, moet je al 20 ritten hebben gedaan. Deliveroo en UberEats zeggen dan wel dat ze controles doen, maar die zijn blijkbaar bijzonder gemakkelijk te omzeilen, want het werken met gehuurde accounts neemt gestaag toe.
Of de huurder zijn centen dan nog daadwerkelijk ziet, is evenzeer de vraag. Vaak wordt het ‘loon’ op de rekening van de accountverhuurder gestort. De persoonsgegevens en de bankrekening die bij de start van het account worden doorgegeven zijn immers van de verhuurder. De huurders hebben helemaal geen rechten en zijn niet verzekerd bij ongevallen. Hebben zij toch een ongeval, dan is het aangewezen om zo snel mogelijk te gaan lopen voor de politie eraan komt.
Het overkwam de 16-jarige Anas uit Brussel. Hij werkt sinds begin 2020 als UberEats-fietskoerier met een gehuurde account. Op een dag werd hij aangereden door een wagen en verwondde hij zich aan zijn hand. De pijn was niet te harde, maar toch krabbelde hij onmiddellijk recht om er als een wervelwind vandoor te gaan. Anas verdiende die dag 70 euro na 12 uur fietsen en een ongeval doorgemaakt te hebben.
Uren onderweg voor een peulschil
Platformen als Deliveroo en UberEats beloven hun ‘partners’, want zo noemen de platformbedrijven hun werknemers, een mooi inkomen. Toch blijven steeds meer fietskoeriers na verloop van tijd zonder illusies achter.
Per levering verdient een fietskoerier een kleine 5 euro. Hoeveel leveringen ze per uur kunnen bezorgen hangt af van de afstand die moet worden afgelegd. Dit kunnen ritjes van enkele honderden meter tot wel tien kilometer zijn. Maar ook de weersomstandigheden, de dag van de week en het moment van de dag spelen een rol. Zelfs de wachttijden in het restaurant (weeral onbetaald) en de terugrit bepalen mee hoeveel bestellingen je per uur kan doen.
Ahmed, een Deliveroo-fietskoerier in Gent verdiende op 4 uur 17,95 euro bruto, omgerekend 4,48 euro per uur. De week voordien reed hij 284 euro bruto bij elkaar.
Dagen van gemiddeld 10 uur, 7 dagen op 7, door weer en wind voor amper 4,07 euro bruto per uur. Daarop betaalt hij in het peer-to-peer statuut 10% belastingen. Vervolgens moeten daar ook nog de kosten voor de huur van de elektrische fiets, het gsm-abonnement en eventueel (want niet verplicht) aangepaste fietskledij af.
Algoritme als baas
Wie voor Deliveroo werkt krijgt eigenlijk nooit de baas te zien. Je wordt aangeworven en ontslagen … via de smartphone. Alles gebeurt online. Je krijgt je opdrachten, je beoordeling … via de smartphone. Het algoritme bepaalt of je veel opdrachten krijgt, of weinig … via de smartphone. De criteria die het algoritme daarbij gebruikt zijn absoluut niet transparant.
Je wordt aangeworven en ontslagen door een app
Herman Loos werkte als fietskoerier en schreef hierover een boek “Homo Deliveroo. Dwangarbeider van de weg.” Hij kreeg nooit een ‘baas’ te zien. In het beste geval kwam hij bij een callcenter terecht, ergens aan de andere kant van de wereld. Het algoritme controleert ondertussen je doen en laten. Hoeveel opdrachten je oppikt, hoe snel je aflevert, hoe de klant je beoordeelt …
Juridische veldslag
Zowat overal ter wereld lopen juridische procedures tegen de gig-ganten. In Europa zouden er duizend juridische procedures lopen en/of gevoerd zijn.
Vaak met succes. In Nederland oordeelde de rechtbank dat de Deliveroo-riders werknemers zijn. Spanje nam, na hevig actievoeren en juridische procedures van werknemers, een ‘riders-wet’ aan. Die bepaalt dat ze loontrekkenden zijn.
In België vielen er onlangs twee belangrijke vonnissen. Uber werd door een rechterlijke beslissing uit de hoofdstad geweerd na een procedure. Uber moest zijn aanpak veranderen als het in Brussel actief wil blijven.
Deliveroo-riders werden ondertussen ook door een Brusselse rechtbank als zelfstandige gecatalogeerd. Vakbonden en riders wilden met een rechtszaak afdwingen dat ze als werknemers werden beschouwd. Deliveroo beschouwde hen als P2P-werknemers, een soort derde statuut dat in België door de vorige regering is ontwikkeld ‘op maat’ van de platformbedrijven.
De rechtbank besliste echter dat ze zelfstandigen zijn. Iedereen heeft dus verloren, en de slachtoffers zijn de riders zelf. Want zij dachten te werken onder het P2P-systeem en blijken nu te moeten voldoen aan de verplichtingen van een zelfstandige, met alle negatieve gevolgen van dien. Vakbonden overwegen terecht in beroep te gaan tegen het vonnis.
We zien dus dat er tegenstrijdige uitspraken zijn in verschillende landen, en zelfs binnen één land, hoewel een meerderheid van de gerechtelijke uitspraken de standpunten van de vakbonden steunt.
Zal EU-richtlijn rechten geven aan platformarbeiders?
Als de commissie met een voorstel komt, is dat natuurlijk niet omdat die plots uit links-progressieve denkers bestaat. Integendeel, de commissie heeft de reputatie met voorstellen te komen om regels ter bescherming van werknemers af te schaffen. Als de commissie vandaag initiatief neemt, is dat vanwege de acties van de vakbonden in Europa. Door de rechtszaken tegen platformbedrijven en door de acties samen met de platformarbeiders.
Het voorstel heeft tot doel werknemers te beschermen door drie belangrijke punten aan te pakken: het statuut van werknemers, transparantie van algoritmisch beheer en handhaving van sociale regels. Het voorstel heeft betrekking op de leveraars van maaltijden, bestuurders van ride-hailing- en ride-sharingplatforms, ‘last mile delivery’ en in potentie ook op bedrijven als Amazon.
Voorzichtigheid is geboden. De richtlijn blijft een compromis
Dus ja, we moeten de EU-richtlijn verwelkomen als een kader voor de naleving van de rechten en plichten van werknemers en werkgevers. Dit vormt een goede basis voor de lidstaten van de Europese Unie om in eigen land op verder te bouwen. Maar we moeten voorzichtig blijven. Uiteindelijk zal de richtlijn een compromis zijn tussen de verschillende visies in de Europese Raad en het Europees Parlement.
Vermoeden van dienstverband
De richtlijn bevat een ‘weerlegbaar vermoeden van dienstverband’ voor werknemers. In feite betekent dit dat platformwerkers werknemers zijn tenzij het tegendeel wordt bewezen door de werkgever. Dit verandert de huidige praktijk waarbij individuele werknemers of vakbonden zich tot de rechter moeten wenden om te bewijzen dat zij geen zelfstandigen zijn.
De dienstbetrekking wordt ook bepaald aan de hand van de feiten of “aan de hand van de daadwerkelijke verrichting van arbeid”, en niet aan de hand van beschrijvingen van de arbeidsverhouding in een overeenkomst.
We moeten dit alles echter met een korreltje zout nemen. Het voorstel introduceert vijf criteriagebieden om de status te bepalen (werknemer of zelfstandige). Dit laat platformbedrijven ruimte om de nieuwe regels te omzeilen. Als twee van de criteria positief worden beantwoord, wordt het werknemerschap als bepaald beschouwd. De criteria zijn: wie bepaalt de prijs van de dienst, wie controleert de kwaliteit ervan, wie bepaalt de werkuren en vakanties, worden er plichten – het dragen van een uniform bijvoorbeeld – opgelegd, kan men voor meerdere platforms tegelijk werken?
Transparantie over het algoritme
Eén van de doelstellingen van de richtlijn is het bevorderen van “transparantie, billijkheid en verantwoordingsplicht bij algoritmisch beheer”. Het voorstel stelt dat algoritmisch beheer een arbeidsverhouding veronderstelt, wat een grote vooruitgang is.
Platformen zullen ook informatie moeten verstrekken aan werknemers en hun vertegenwoordigers over wat gemonitord wordt en over de belangrijkste parameters die worden gebruikt. Bovendien verplicht dit voorstel het platform tot risicobeoordeling en -beperking, net zoals wanneer een mens het bevel voert. Dit is een groot pluspunt, aangezien het voorziet in het recht op uitleg op een toegankelijke manier, zodat werknemers de regels kunnen aanvechten.
Minimumnormen qua arbeidsomstandigheden en arbeidsrechten zullen aan de werknemers van de platformen moeten worden gegarandeerd. De platformen zullen de vertegenwoordigers van de werknemers ook moeten informeren over het beheer door het algoritme. Dit is bedoeld om de sociale dialoog te bevorderen. Dat is een goede zaak, maar platformondernemingen moeten wel onder sectorale cao’s vallen als die bestaan.
Vakbonden moeten hun werk doen
De richtlijn van de Europese Commissie over platformarbeid pakt het belangrijkste probleem aan, namelijk de arbeidsverhouding van de platformwerker, en biedt sociale garanties. Maar deze richtlijn heeft alleen de doelen vastgesteld voor de EU-lidstaten. Het initiatief zal zowel door het Europees Parlement als door de Europese Raad (de uitvoerende hoofden van de regeringen van de lidstaten) worden bediscussieerd.
Daarna hebben de EU-landen twee jaar de tijd om dit in nationale wetgeving om te zetten. Het zal misschien vier jaar duren voordat de richtlijn is aangenomen en de lidstaten de richtlijn hebben uitgevoerd. Beter laat dan nooit.
Voor de vakbonden is dit voorstel nog maar het begin
Deze richtlijn zal de werknemers misschien wat meer rechten geven. Maar voor de vakbonden is dit voorstel nog maar het begin. Ze moeten druk blijven uitoefenen op hun nationale regeringen.
Tegenlobby al begonnen
Platformbedrijven zullen die richtlijn echter niet zomaar accepteren. Zij hebben hun lobbyactiviteiten al opgevoerd en studies laten uitvoeren die met name tegen de herclassificatie van platformarbeiders pleiten. Ze willen aantonen dat die zal leiden tot massaal banenverlies.
Uber is bijvoorbeeld niet aan zijn proefstuk toe. Samen met Lyft (eigenlijk een concurrent) spendeerde het 200 miljoen dollar in Californië om een regeling af te blokken die van hun chauffeurs werknemers zou maken. Met succes trouwens!
Ontmoeting met CEO’s
Vice-voorzitter van de Europese Commissie Margrethe Vestager en commissaris voor werkgelegenheid en sociale rechten Nicolas Schmit hebben de afgelopen weken ontmoetingen gehad met de CEO’s van zowel Uber als Deliveroo. Deze commissarissen hebben (nog?) niet gesproken met de Europese Federatie van Transportwerknemers (ETF).
Zullen ze ook geneigd zijn hun oor te luisteren te leggen bij de disruptors? De platformbedrijven hebben in elk geval een internationale strategie én de aandacht van nationale en internationale politici.
Lakse politici
Veel politici laten zich verleiden door de platformen en helpen ze. Soms passief, door niet op te (laten) treden tegen hun illegale praktijken. Maar ook actief. De vorige federale regering had absoluut – veel te veel – oor naar het verhaal van de platformlobby en ontwikkelde een speciaal statuut – het zogenaamde P2P-statuut (peer-to-peer) om de Deliveroo’s van deze wereld ter wille te zijn.
Toen de Brusselse rechtbank de activiteiten van Uber verbood waren One Brussel/Vooruit, Open Vld, Groen, DéFI en CDH er als de kippen bij om met een noodordonnantie de platforms tegemoet te komen. Dat Pascal Smet een fan is van Uber weten we trouwens al sinds hij als bevoegd minister het taxidossier mismeesterde.
Vakbonden zullen hun lobbyinspanningen dus moeten opvoeren om politici ervan te overtuigen zich niet te laten verleiden door de klaagzang van Uber en consoorten. Dit vereist een gecoördineerde en strategische internationale reactie namens de internationale vakbeweging. Het legt een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de Europese en internationale transportvakbonden.
Collectieve onderhandelingen voor werknemers in de Gig Economy
Als we er van uit gaan dat platformwerkers gewoon werknemers zijn, dan moeten ze ook kunnen onderhandelen over hun rechten als werknemer. Dit betekent dat sociale dialoog en collectieve onderhandelingen in de Europese wetgeving moeten worden verankerd, wat in de richtlijn niet met zoveel woorden gezegd wordt. Dit is de beste manier om ervoor te zorgen dat platformbedrijven hun verplichtingen en rechten nakomen.
De strijd voor eerlijk platformwerk is een strijd voor fatsoenlijk werk voor vaak heel kwetsbare werknemers. Is dat niet de kernactiviteit van vakbonden en van progressieve politici?
Meer weten?
- Boek “Homo Deliveroo. Dwangarbeider van de weg” van Herman Loos.
- Boek “The Gig economy” van Jamie Woodcock & Mark Graham
- Boek “Riding for Deliveroo: Resistance in the New Economy” van Callum Cant
- Reportage arbeidssocioloog Christophe Vanroelen (VUB) over misbruik bij fietskoeriers