Het akkoord legt de loon- en arbeidsvoorwaarden vast voor 120.000 arbeiders.
Het ontwerpakkoord dat vakbonden en werkgevers twee weken geleden hadden bereikt in de grootste metaalsector, PC 111.1&2, is ondertekend. Daarmee liggen de nieuwe loon- en arbeidsvoorwaarden vast voor de 120.000 arbeiders in de metaalbouwsector voor de komende twee jaar.
Baanbrekend
Het sectorakkoord 2021-2022 bevat een baanbrekende vooruitgang voor de sectorale minimumlonen en mag daarom gerust als historisch worden bestempeld. ABVV-Metaal was de drijvende kracht achter de invoering van een groeipad om dat minimumloon tegen 2026 op te trekken tot 15 euro per uur. We maken alvast een grote sprong voorwaarts in 2022. Deze unieke realisatie is voor ons als ABVV-Metaal de verdienstelijke kers op de taart van onze niet-aflatende strijd voor de verhoging van de minimumlonen in de vorm van onze langlopende campagne “Fight for €14“.
Ook in het interprofessioneel overleg waren wij als ABVV de voornaamste voortrekker in de strijd voor een hoger minimumloon. Dit is uiteindelijk beloond met een gefaseerde verhoging van de interprofessionele minimumlonen over een periode van vijf jaar.
Rohnny Champagne, voorzitter ABVV-Metaal en onderhandelaar in de sector metaalbouw: “De afspraken in de sector metaalbouw rond het minimumloon zijn toonaangevend tot ver buiten onze eigen sector.”
Coronapremie
Naast de historische doorbraak rond de minimumlonen in de sector van de metaalbouw, bevat het sectorakkoord meer mooie elementen voor de arbeiders in de sector. Zo zullen de bedrijven die tijdens de afgelopen coronaperiode goed hebben gepresteerd, hun werknemers een coronapremie van 500 euro toekennen. In de andere bedrijven krijgen de werknemers 400 of 300 euro.
Rohnny Champagne is trots op het behaalde resultaat. “We hebben de beschikbare onderhandelingsruimte maximaal benut in het voordeel van onze arbeiders. ABVV-Metaal heeft er van begin tot eind op gehamerd dat onze mensen, die hard zijn blijven zwoegen tijdens de coronaperiode, loon naar werken zouden krijgen.”