“Het was gewoon vanzelfsprekend om het goede te doen.” Die zin vat de strijd van Magdalena Kintziger, een onvermoeibare verzetsstrijdster die door de nazi’s werd gedeporteerd, perfect samen. Het was vanzelfsprekend. Vechten tegen onrecht. Niet opgeven. En voor ons is het vanzelfsprekend om haar verhaal te vertellen. Om te herinneren, om te waarschuwen.
Het is 10 uur ’s ochtends. Daan en Martijn Nelen, Magdalena’s achterkleinzonen, wachten ons op in hun auto aan het station van Gent Sint-Pieters op een regenachtige weekdag in mei. We rijden samen naar het huis van hun moeder. Karine Van de Walle verwelkomt ons met een glimlach, maar een beetje verlegen. Ze weet dat ze op het punt staat een heel belangrijk verhaal met ons te delen: dat van haar grootmoeder, “haar heldin”, “haar beste vriendin”, de vrouw die haar heeft opgevoed.
We gaan naar de eetkamer. Karine heeft alle aandenkens van haar grootmoeder verzameld. Foto’s, medailles, oorkondes, notitieboekjes… liggen verspreid over de tafel. Het licht is gedimd. In het midden van de tafel staat een zwart-wit portret van Magdalena, omringd door bloemen. Haar benen zijn mager, haar gezicht ingevallen, haar blik diep bewogen en ontdaan. Je ziet dat de foto bij haar terugkeer net na de bevrijding is genomen. Karine begint het verhaal te vertellen van Mady, zoals ze bekend stond. Het verhaal is opgedeeld in drie hoofdstukken. Voor, tijdens en na de deportatie. Die twee verschrikkelijke jaren tekenen haar hele leven en drukken een onuitwisbare stempel op haar en haar omgeving.
Voorheen – het verzet
Magdalena werd op 2 februari 1911 geboren in Zelzate, een stadje 20 km ten noorden van Gent. Omwille van de strategische ligging dicht bij de Nederlandse grens was het verzet er zeer actief tijdens zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. “Haar vader zat al in het verzet”, legt Karine uit. “Hij vertelde haar wat hij had meegemaakt tijdens de bezetting.”
Ze vond het vuur van het verzet ook in haar man, die ze op een kermis ontmoette. Magdalena trouwde uit pure liefde met Alfons Van De Walle. “Een liefde die haar hielp om stand te houden in de moeilijkste tijden,” zegt haar kleindochter met emotie in de stem.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, waren Magdalena en Alfons woedend over de bezetting en de deportaties. “Het was onrechtvaardig” zei ze. Het echtpaar was niet bijzonder vaderlandslievend of Joods. Ze weigerden gewoon om onrecht te accepteren. Mady en Alfons besloten te handelen. Onbaatzuchtig.
Samen richtten ze de lokale afdeling van het ‘Vijfde verzetsleger’ of V-leger op om vluchtelingen en Britse soldaten, de geallieerden, te helpen. Hun uiteindelijke doel: België bevrijden van de bezetter. Om dit te bereiken “waren ze tot alles bereid“, ook al brachten ze zo zichzelf en hun kinderen in gevaar. Magdalena, bijvoorbeeld, “brengt munitie naar de geallieerden. Ze verstopt het onder haar rok en in haar paraplu“.
Het ‘Vijfde leger’ had nauwe banden met de verzetsgroep Comète, een van de belangrijkste netwerken van het verzet, uniek omdat veel van zijn leden jonge vrouwen waren. Tussen 1940 en 1943 slaagden de geheime agenten van Comète erin om ontsnapte gevangenen, verzetsstrijders op de vlucht en honderden geallieerde piloten naar Groot-Brittannië te smokkelen. Magdalena vergezelde sommige piloten naar Brussel zodat ze door het netwerk konden worden opgevangen en in veiligheid gebracht.
Op 10 augustus 1943 staan de nazi’s in het huis van Magdalena en Alfons. Ze halen alles overhoop op zoek naar bewijs van het verzet. Een lid van de groep heeft de anderen verraden. De nazi’s doorzoeken alles, zelfs het konijnenhok. De enige plek die ze sparen is de zetelbank waarop Alfons zit. Hij is gehandicapt na een werkongeval.
In de zetelbank zit de geheime verzetsschat verstopt: wapens en notitieboekjes met contacten en waardevolle informatie. “In zekere zin was het zijn handicap die hem redde. Voor een nazi kon een gehandicapte geen leider van het verzet zijn“, legt Martijn uit.
Ondanks het gebrek aan bewijs nemen de nazi’s Magdalena mee. Ze is dan 32 jaar. Het is het begin van haar deportatie. Bijna 2 jaar lang zal ze weg zijn van huis en barbaars behandeld worden.
Tijdens – de deportatie
Na haar arrestatie zit Magdalena 6 maanden gevangen in Sint-Gillis, in Brussel. Ze ondergaat veel martelingen, maar geeft niet op. “In die tijd was ze nog steeds in staat om brieven naar mijn opa te sturen,” legt Karine uit. Martijn laat ons een klein hartje met haar initialen zien dat Magdalena maakte van stukjes beddengoed. Het hartje staat voor een foto van zijn overgrootmoeder; een foto waarop ze door alle ontberingen nog geen 30 kilo zal hebben gewogen.
Met benepen hart en licht bevende stem gaat het interview verder. “Wist ze wie haar verraden heeft?”. “Ja. In de gevangenis van Sint-Gillis ziet ze haar kameraad die gebroken werd door de martelingen. “Ik begrijp het, jij hebt zeker nog meer klappen gekregen dan ik”, wordt Mady geciteerd. Ze was niet boos… Ze was nooit boos.
De Duitsers brengen Magdalena naar een munitiefabriek in Duitsland. Ook daar blijft ze zich verzetten. Als vakbondsvrouw pur sang laat ze zich niet doen en dient de bazen van antwoord. “Ze probeerde het materiaal te saboteren dat naar het front gestuurd zou worden,” voegt Martijn trots toe.
Daarna volgen de concentratiekampen. In Duitsland, Oostenrijk en Polen (zie kaart). Zes kampen in totaal. Auschwitz-Birkenau. Kreuzburg. Ravensbrück. Mauthausen. Buchenwald. Bergen-Belsen. Ijzingwekkend zijn de beschrijvingen van Magdalena’s herinneringen. “Ze hadden zo’n honger dat ze gras aten,” legt Karine uit. “Ze vertelde me eens dat ze de vingers van haar vriendin, die net gestorven was, moest breken om het kleine stukje brood te pakken dat zij zorgvuldig in haar hand had verstopt.”
Auschwitz-Birkenau,
het horrorkamp
De nazi’s hadden verschillende gevangen, concentratie-, vernietigings- en dwangarbeiderskampen. In België kennen we het Fort van Breendonk. Het bekendste kamp is Auschwitz, in Polen. Daar stierven 1,1 miljoen mensen in minder dan… 5 jaar. We bezochten het in januari van dit jaar. Ook nu, als museum, ademt het kamp nog steeds de immense gruwel uit. Barakken. Schandpalen. Gebouwen waar geëxperimenteerd werd met vrouwen om ze te steriliseren. Het crematorium dat werd omgebouwd tot gaskamer. De muur waar verzetsstrijders werden geëxecuteerd… Want ja, ook in Auschwitz werd het verzet georganiseerd. Om gevangenen te redden van de doodstraf, om medische hulp te organiseren, om voedsel en kleding te verschaffen, om ontsnappingen te organiseren, om informatie door te geven aan de buitenwereld over de misdaden die in Auschwitz werden gepleegd…
Vandaag, na het horen van Magdalena’s verhaal, krijgt ons bezoek aan Auschwitz een nieuwe dimensie. Naast plaats van geschiedenis en herinnering, wordt het nu ook de plaats waar de grootmoeder van drie kameraden gevangen zat. Het kamp heeft een gezicht. Magdalena’s gezicht. Zo wordt alles veel reëler. Zo komt alles dichterbij. Het had onze grootmoeder kunnen zijn of de jouwe…
Het eerste en grootste doelwit van de nazi’s waren mensen van Joodse afkomst. Maar ze namen heel wat groepen mensen in het vizier: vrouwen, homoseksuelen, mensen met een handicap, syndicalisten, woonwagenbewoners, elke stem die het niet met hen eens was. Herkenbaar? Vandaag verdeelt extreemrechts ook onze samenleving. Vandaag viseren ze ook mensen op basis van hun geloof, afkomst, gender, geaardheid. Ook vandaag creëren ze gevaarlijke vijandbeelden.
Nasleep – het herstel
Op 8 mei 1945, ongeveer twee jaar na haar arrestatie, wordt Magdalena bevrijd. Bij haar terugkeer in België wordt ze opgenomen en verzorgd. Maandenlang moet ze herstellen. De twee jaar deportatie blijven haar altijd bij. In de kampen heeft ze TBC, cholera en tyfus opgelopen. Ze hoest de rest van haar leven. Ze heeft ook nachtmerries: “Vannacht was ik in de kampen“, zegt ze dan. Meer uitleg hoeft niet. Haar schrik voor witte kielen en doktersjassen verklaart ze niet, maar we weten dat er medisch geëxperimenteerd werd op de gevangenen in de kampen…
Na het herstel volgt de erkenning. Medailles, diploma’s, oorkondes, bedankbrieven van de moeders van de soldaten die Magdalena heeft gered. De toenmalige president van de Verenigde Staten, Eisenhower, schrijft dat hij haar bedankt “voor het helpen van de geallieerden om aan de vijand te ontsnappen”.
Veel van deze documenten zijn ingelijst en hangen in de kleine hal in het huis van kleindochter Karine. Achterkleinzoon Daan stelt voor ze te bekijken. Op een ervan hangt een papieren klaproos, een symbool dat eer betoont aan de soldaten die in de Eerste Wereldoorlog zijn gesneuveld. De klaproos is een zeer winterharde bloem die overal groeit. Ze symboliseert de continuïteit van het leven…
Magdalena is 96 jaar geworden. Haar levensreis bracht haar ertoe om de kleine, eenvoudige dingen die het leven zo mooi maken te waarderen en ervan te genieten: een wandeling in de tuin met haar achterkleinzonen, de bloemen waar ze zo van hield, het gezang van de vogels… “Ze was altijd heel positief,” legt Karine uit. “Eigenlijk had ze een hekel aan conflicten“, voegt Daan toe. “Ze hield er niet van als mijn broer en ik kibbelden.”
Het heden – de herinnering
Magdalena vertrok sereen, omringd door haar liefdevolle familie, die vandaag en voor altijd hulde brengen aan haar strijd en haar bestaan. Karine, Daan en Martijn zijn niet boos. Net als hun (over)grootmoeder. Trots op hun erfenis zetten ze haar strijd voor meer rechtvaardigheid op hun eigen manier voort. Daan en Martijn werken voor vakbond ABVV, net zoals hun vader Ludo zijn hele leven deed. “Ik ben heel trots op hen“, geeft Karine toe, terwijl ze met een glimlach op haar gezicht naar hen kijkt.
Het enige dat hen bedroeft is het vergeten… “In Nederland, Duitsland en Engeland zijn er bevrijdingsfeesten en herdenkingsomenten, in België minder of bijna niet…” klaagt Karine aan. “En vooral vrouwelijke verzetsstrijders of slachtoffers zijn onzichtbaar.” Ze neemt deel aan herdenkingsplechtigheden, zoals op 8 mei, de Dag van de Overwinning, en juicht de inspanningen van de vrijwilligers van de 8 mei-coalitie toe die van deze historische dag opnieuw een officiële feestdag willen maken. Ze speldt dan de medailles van haar oma op en gaat haar en alle andere verzetshelden eer bewijzen. Doorgaans doet ze dat vlakbij haar woonplaats in Oostakker, op het executieoord waar 66 verzetsstrijders door de Duitse bezetter werden geëxecuteerd.
Martijn treedt zijn mama bij: “Het is belangrijk te onthouden, te herinneren om niet in herhaling te vallen. Zeker nu, met de opkomst van extreemrechts in ons land en zowat overal ter wereld. Mensen vergeten te snel.“ Herinneren en waarschuwen was ook het doel van zijn allereerste slam, een ritmische vorm van poëzievoordracht, opgedragen aan zijn “mémé”, 12 jaar geleden geschreven en uitgesproken (zie hieronder).
Binnenkort zal een straat in Zelzate Magdalena’s naam dragen. Het linkse bestuur wil daarmee eer betonen aan haar strijd. Hopelijk kan haar verhaal als inspiratie dienen voor anderen.
Magdalena
Magdalena had zich niet verzet toen haar man zich aansloot bij het verzet
Integendeel, men kon eveneens rekenen op haar inzet
Ze bracht berichten over en smokkelde wapens onder haar kleren
in het volle besef dat de vijand haar ter plekke kon fusilleren
Het was niet zo dat ze uit puur nationalisme voor haar land streed
Eigenlijk dacht ze simpelweg dat ze er goed aan deed
Maar heldendaden zijn mooie liedjes die niet lang duren
Magdalena werd verraden en kreeg het hard te verduren
Om info te verkrijgen aarzelde men niet om dóór te slaan
maar om haar kameraden te beschermen weigerde zij op haar beurt om door te slaan
Ze vergaf de verrader maar ook de beul, al lijkt dat niet ok
Maar misschien dacht hij ook gewoon dat hij er goed aan deed
Magdalena schreef een laatste brief naar huis in een poging om de pijn te verzachten
Ze had immers geen flauw idee welk lot haar stond te wachten
Had nog nooit gehoord van Ravensbrück, Mauthausen of Auschwitz-Birkenau
Maar dat werden woorden die ze nooit meer vergeten zou
Het waren de plaatsen waar de volle gevangenentreinen naartoe reden
omdat de bezetters dachten dat ze er goed aan deden
Op een dag kreeg Magdalena het daar met een SS-er aan de stok
En sinds die dag kon ze enkel nog stappen met een stok
Zwarte rijlaarzen hadden ingetrapt op haar heup
De eigenaar daarvan vond het misschien gewoon leuk
Hij kickte letterlijk en figuurlijk op menselijk leed
Dacht waarschijnlijk ook dat hij daar goed aan deed
Magdalena leed aan 3 dodelijke ziektes maar weigerde te bezwijken
en werd uiteindelijk door de Canadezen teruggevonden tussen een stapel lijken
Ze woog nog 25 kilo; het leed stond op haar gezicht én haar bovenarm gebrand
Eigenlijk was er nog maar 1 lichaamsdeel dat functioneerde, dat was haar verstand
En bijna stierf ze alsnog, want haar redders gaven haar te snel te eten
Die dachten dan weer verkeerdelijk dat ze er goed aan deden
Maar ze kon naar huis en werd met haar familie herenigd
De gezinsband bleek niet verbroken maar was juist verstevigd
Ze overleefde haar verrader met vele jaren
Al bleef de gruwel nog steeds in haar hoofd rondwaren
Die verdween nooit, ook al kreeg ze van de koning medailles bij de vleet
Het protocol schreef immers voor dat hij daar goed aan deed
Tegenwoordig kennen oorlogsherdenkingen maar een lage opkomst
“Ach, je moet het verleden loslaten, en kijken naar de toekomst”
Maar het gaat over gesneuvelden, en dan zo’n dooddoener?
De vroegere horror is geen leuke filmblooper
Daarom werd het verhaal van Magdalena u hier vandaag verteld, in een minuut of twee
… door haar achterkleinzoon, omdat hij dacht dat hij er goed aan deed.
Oprechte dank voor dit heel mooi geschreven interview v mijn zoons & mij!
Geen dank, Karine. Wij danken verzetshelden zoals jouw grootmoeder! Blij dat we dit verhaal konden optekenen.
Bedankt voor dit aangrijpende verhaal, een verhaal dat moet verteld worden.
Het verhaal van die duizenden, waaronder Magdalena, moet blijvend herinnerd worden.
En van 8 mei, de V-E dag, moeten we opnieuw een feestdag en een herdenkingsdag maken.
Het is niet normaal dat iedereen de namen van grote collaborateurs kent, maar geen verzetsmensen kan op noemen.
Waarom doet men hier in België niet zoals in het Verenigd Koninkrijk?
Alle scholen worden daar verplicht om naar zo’n concentratiekamp te gaan.
Zal meer invloed hebben dan altijd maar reisjes naar de zon of de sneeuw.
Hoeveel scholieren hebben Ieper al bezocht?