Voor Yasmin Fahimi (1967) werd het al vroeg duidelijk dat de vakbond in haar leven een rol van betekenis zou spelen. Na een tussenstop in de politiek werd ze ruim twee jaar geleden tot voorzitter van de DGB, de grote Duitse koepelvakbond die onder andere de metaalsector, de bouw en de petrochemie overspant. Een gesprek.
Kun je ons een kort beeld schetsen van je eigen vakbondscarrière?
“Ik ben opgeleid als chemicus, maar ik ben politiek beïnvloed door socialistische denkers die zich bezighielden met de betekenis van economische systemen voor een samenleving en de belangenconflicten tussen arbeid en kapitaal. Ik herkende bepaalde zaken uit mijn persoonlijke en familie-ervaringen.”
“Vakbonden spelen een sleutelrol in het opbouwen van een progressieve en rechtvaardige samenleving”
“Het is voor mij altijd duidelijk geweest dat vakbonden een sleutelrol spelen in het opbouwen van een progressieve en rechtvaardige samenleving. Helaas mocht ik als student nog geen lid worden. Maar in 2000 begon ik toch als vakbondssecretaris bij de Industriebond voor Mijnbouw, Chemie en Energie (IG BCE) in Hannover. In de daaropvolgende 13 jaar heb ik verschillende functies gehad: van het ondersteunen van de werkzaamheden op de werkplek en het werken met jongeren tot het direct assisteren van het bestuur en de voorzitter van de vakbond bij strategische en politieke zaken.”
“Vervolgens bekleedde ik verschillende politieke functies binnen de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (SPD), als algemeen secretaris, staatssecretaris en uiteindelijk als lid van de Duitse Bondsdag. Mijn politieke focus bleef echter altijd gericht op het vormgeven van de werkwereld en mijn hart bleef kloppen voor het vakbondswerk. Ik ben erg blij dat ik op 9 mei 2022 tot voorzitter van de Duitse Vakbondsfederatie (DGB, Deutsche Gewerkschaftsbund) ben gekozen.”
Welk(e) moment(en) zou je omschrijven als hoogtepunt in je carrière?
“Zeker mijn verkiezing tot voorzitter van de DGB. Hier voel ik me politiek thuis. De functie biedt me veel mogelijkheden om de doelen na te streven die voor mij het belangrijkst zijn. Veel verantwoordelijkheid, maar ook veel mogelijkheden om dingen vorm te geven. Dat is fantastisch en het is een grote eer voor mij.”
“Kennis van de politieke gereedschapskist is nuttig bij het vertalen van vakbondsbelangen naar concrete politieke beslissingen”
“De tijd die ik tussendoor in de politiek heb doorgebracht waren waardevolle stappen om te begrijpen hoe het parlement, ministeries en politieke partijen functioneren en hoe beslissingen worden genomen. Kennis van de politieke gereedschapskist is natuurlijk erg nuttig bij het vertalen van vakbondsbelangen naar concrete politieke beslissingen. De cirkel is nu rond en ik kan zeggen: Ik ben aangekomen, zowel in mijn hart als in mijn geest, op een plek waar ik mijn passie voor een rechtvaardige werkwereld het beste kan verwezenlijken.”
En dieptepunten?
“De inval van Rusland in Oekraïne was zeker een persoonlijk en politiek dieptepunt. Vooral omdat wij vakbondsleden een traditie hebben in de vredesbeweging, en een oorlog in het midden van Europa gewoon ondenkbaar was. De daaruit voortvloeiende crisis was ook een enorme uitdaging voor ons hier in Duitsland. We moesten zowel bedrijven als werknemers en hun inkomens beschermen. We hebben steunpakketten en een prijsplafonds voor energie doorgedrukt gekregen. Maar helaas zijn we nog niet door de crisis heen, en de taken die voor ons liggen zijn enorm.”
U bent de eerste vrouwelijke voorzitter van de DGB. Vakbonden worden vaak gezien als mannenbastions. Is dat ook jouw ervaring? En hoe ga je daarmee om?
“We leven in de 21ste eeuw. Vakbondswerk betekent vechten voor mensenrechten en in het bijzonder voor gelijkheid. Het beeld van de oude, blanke man als vakbondsman is achterhaald. Natuurlijk bestaan er nog steeds enkele verouderde structuren, maar we zitten midden in een verandering. Ik ben de eerste vrouw aan het hoofd van de DGB, maar ik ben heus niet de enige. Bijvoorbeeld in Japan, de VS, Canada en Zuid-Afrika hebben we sterke vrouwen aan het hoofd van vakbondsfederaties.”
“Het kan zijn dat sommige mensen zich nog steeds ongemakkelijk voelen bij een vrouw in een leidende rol. Maar uiteindelijk leert iedereen snel dat assertiviteit, strategisch inzicht en goeie ideeën geen mannenzaken zijn. De tijd dat organisaties werden geleid door met de vuist op tafel te slaan en een brullende stem te laten horen, ligt al lang achter ons. Transparantie, teamwerk, creativiteit en sociale vaardigheden zijn veel belangrijker als je onder de huidige omstandigheden een grote organisatie wilt leiden. Uiteindelijk gaat het erom dat je mensen met passie vertegenwoordigt, of dat nu mannen, vrouwen of iemand daartussenin zijn.”
Zou je zeggen dat Duitsland op dit moment een periode van sociale rust of eerder van sociale onrust doormaakt?
“We zien toenemende polarisatie in Duitsland, zowel sociaal als politiek, wat onder andere tot uiting komt in de opkomst van rechts-populistische partijen. Na meerdere crises neemt de frustratie toe over hoge kosten van levensonderhoud en een onzekere toekomst. Tegelijkertijd laten recente onderzoeken zien dat er nog steeds een brede basis van cohesie in de samenleving is. Er is een toenemend aantal stakingsdagen, wat een nieuw zelfvertrouwen onder werknemers laat zien om na jaren van crises en terughoudendheid te vechten voor hun eerlijke deel. Het laat zien dat er, ondanks het toenemende aantal conflicten in de samenleving, ook constructieve oplossingen worden gevonden – democratische betrokkenheid doet ertoe.”
Wat zijn de grootste uitdagingen voor Duitse werknemers op dit moment, vooral met betrekking tot automatisering en digitale transformatie?
“Net als in veel andere Europese landen zijn de uitdagingen talrijk. Tekorten aan geschoolde werkkrachten in specifieke sectoren leiden tot een spiraal van overwerk en druk. De verslechtering van de werkomstandigheden leidt ertoe dat meer mensen stoppen en het tekort verder toeneemt.”
“Daarnaast zet de ecologische transitie bedrijven financieel onder druk. Veel werknemers zien een gebrek aan investeringen. Het spreekt voor zich dat automatisering en digitalisering ook een tol eisen van werknemers in Duitsland. Onze “Good Work 2022 Index” over de digitale transformatie laat zien dat hogere werkdruk en het vervagen van grenzen, controle en toezicht, digitale controle en een negatieve impact kunnen hebben. Zo vindt 40 procent van de ondervraagden dat de digitalisering van hun werk hun werkdruk heeft verhoogd. 46 procent gaf aan dat de eisen van multitasking zijn toegenomen en een goed derde voelde zich meer gecontroleerd op het werk. Daarentegen meldden slechts enkelen een verbetering van de werkomstandigheden.”
Belgische werknemers kennen een systeem van automatische loonindexering, waardoor de lonen relatief snel gelijke tred kunnen houden met de stijgende prijzen, zonder dat ze hiervoor hoeven te onderhandelen. Houden de lonen van de Duitse werknemers gelijke tred met de pittige inflatie, en zo ja, hoe?
“In Duitsland zijn de reële lonen in 2023 met 0,3 procent gedaald. Dit is het gevolg van prijsstijgingen, die niet konden worden gecompenseerd door loonsverhogingen. Vergeleken met 2022 is het koopkrachtverlies echter aanzienlijk vertraagd. Door de hoge inflatie toen zijn de lonen in Duitsland met 4,4 procent gekelderd in reële termen. Gecorrigeerd voor inflatie liggen de collectief overeengekomen lonen in Duitsland nu 0,8 procent onder het niveau van 2015.”
“Gecorrigeerd voor inflatie liggen de lonen in Duitsland nu 0,8 procent onder het niveau van 2015”
“Duitsland kent geen automatische indexering van de lonen zoals in België. Duitse vakbonden proberen wel marge voor loonsverhogingen los te weken zonder aan de globale inkomensverdeling te raken. Dat is in het recente verleden echter niet vaak gelukt – met extreem hoge inflatiecijfers tijdens en na de coronaperiode. De vakbonden ondervonden ook moeilijkheden om collectief te onderhandelen. De overheid voerde een zogenaamde inflatiecompensatiepremie in, vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen. Hiermee kunnen werkgevers 3.000 euro per werknemer betalen tot eind 2024, en het is op grote schaal gebruikt.”
Lukt het in zwakkere sectoren om de lonen enigszins te laten volgen met de stijgende kosten van levensonderhoud?
“In sommige sectoren, zoals die van de voeding, drank en catering, zijn positieve resultaten bereikt. De verhoging van het wettelijk minimumloon leidde vaak tot een bijzonder sterke stijging van de lagere lonen. De forse verhoging van het wettelijk minimumloon van 10,45 euro naar 12 euro op 1 oktober 2022 heeft erg geholpen.”
In ons land wordt veel gesproken over delokalisatie van de maakindustrie, meestal vanwege zogenaamde hoge loonkosten. Is dit in Duitsland ook een debat? En zo ja, hoe reageert u daarop?
“Ja, zo’n debat woedt hier ook. Al zijn er ook positieve signalen – investeringen in nieuwe productie van Intel, Microsoft en Tesla – toch is de delokalisatie van industriële productie een reële bedreiging voor de Duitse economie en voor degelijke, goedbetaalde banen. Elke week worden nieuwe ontslagen aangekondigd. Veel bedrijven investeren in het buitenland.”
“De dekking van collectieve arbeidsovereenkomsten in Duitsland daalt nu al een kwart eeuw”
“De loonkosten zijn hier nochtans niet bijzonder hoog. In feite daalt de dekking van collectieve arbeidsovereenkomsten in Duitsland nu al een kwart eeuw. Het daalde van iets minder dan 80% in 1996 tot 51% in 2022 – en de Duitse lagelonensector is één van de grootste in de EU.”
“De urgente problemen zijn de hoge energieprijzen die leiden tot een dalende productie in energie-intensieve industrieën en het gebrek aan overheidsinvesteringen. We zijn het enige geïndustrialiseerde land dat een bezuinigingsbeleid voert dat ons naar een economische crisis leidt. Wat we nodig hebben zijn gerichte maatregelen om bedrijfsinvesteringen te bevorderen en de publieke infrastructuur te moderniseren en zo Duitsland aantrekkelijker te maken. Verder is er dringend behoefte aan uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen en versterking van collectieve loonovereenkomsten om de koopkracht van mensen te vergroten.”
Hoe bezorgd bent u over de opkomst van extreemrechtse politieke groeperingen in Europa en in Duitsland in het bijzonder?
“Ik maak me grote zorgen over de opkomst van extreemrechts in heel Europa. In Duitsland heeft de extreemrechtse partij AfD haar resultaten bij de Europese verkiezingen verdubbeld ten opzichte van 2019. Als Duitse vakbonden zullen we meer dan ooit duidelijk maken dat de AfD geen bondgenoot is van werknemers. Integendeel: de AfD bestrijdt actief werknemersrechten. Op vlak van fiscaliteit en sociaal beleid volgt de AfD duidelijk een neoliberale agenda en het is onze plicht om dit aan de kaak te stellen. De beste remedie tegen de AfD is een beleid dat vertrouwen schept: goede lonen en een goed functionerende staatsinfrastructuur met kwalitatief goede scholen, gezondheidszorg, openbare diensten en veiligheid in de openbare ruimte. De Europese verkiezingen waren in Duitsland nog maar het begin. Er staan nog regionale en volgend jaar landelijke verkiezingen op de agenda. We versterken onze inspanningen nog meer en hebben ons aangesloten bij een brede coalitie van verenigingen om de democratie te bevorderen.”