Het is vandaag brandend actueel. We worden in de media om de oren geslagen met berichten over inflatie, over de index, over stijgende energieprijzen en dalende koopkracht. We beantwoorden enkele vragen.
Zijn sommige prijsschommelingen belangrijker dan andere?
Ja. Dit hangt af van het aandeel van een bepaalde uitgave binnen het gezinsbudget. Een prijsstijging voor energie, zoals vandaag het geval is, zal een veel grotere impact hebben op het algemeen prijspeil dan duurdere wattenstaafjes of postzegels.
Welke producten hebben een invloed op inflatie?
Alle producten en diensten die gezinnen aanschaffen.
- alledaagse producten: voeding, brandstof, tandpasta, kranten …
- gebruiksgoederen: kleding, tv-toestellen, computers, wasmachines, meubels …
- diensten: kapper, verzekeringsproducten, huur, culturele activiteiten, telefonie …
Wat leidt tot inflatie?
Inflatie kan allerlei oorzaken hebben. Toegenomen vraag door een oplevende economie kan één van de redenen zijn. Meer mensen willen een bepaald product aanschaffen, waardoor de prijs ervan toeneemt. Schaarste van bepaalde producten kan een andere reden zijn. Er is veel vraag naar goederen, terwijl om één of andere reden het aanbod achterblijft. Dit kan producenten ertoe brengen hun prijzen te verhogen. Vandaag zien we dat vooral energieprijzen (gas en elektriciteit) sterk toenemen.
Wat is dan deflatie?
Kort gezegd: het omgekeerde van inflatie. Een situatie van algemene prijsdalingen. Tijdens de Grote Depressie van de jaren ’30 was dit het geval in de Verenigde Staten. De prijzen van goederen en diensten doken naar beneden omdat niemand geld had om te spenderen, om personeel aan te werven of om te bouwen.
Wanneer spreken we van hyperinflatie?
Wanneer de inflatie compleet de pan uit swingt en oncontroleerbaar wordt, spreken we van hyperinflatie. In Zimbabwe werden in 2008 geldbiljetten van 100 miljard Zimbabwaanse dollar geïntroduceerd, dat al snel onvoldoende was om een brood mee te kopen. In het Duitsland van de jaren ’20 werd om politieke instabiliteit te bestrijden massaal geld gedrukt. De Duitse mark ging van een waarde tegenover de dollar van 9.000 op 1 tot 4,2 biljoen (!) op 1. De inflatie was zo hoog dat Duitsers bankbiljetten van 1 miljoen mark gingen gebruiken als kladpapier of zelfs als behangpapier.
Hoe lang bestaat het systeem van automatische loonindexering?
Het indexmechanisme bestaat al meer dan honderd jaar en onderging sinds de invoering in 1920 al heel wat hervormingen. Sinds 1994 kennen we de gezondheidsindex. Die schrapte schadelijke producten uit de korf, zoals tabak, alcohol en brandstof. Het indexcijfer wordt ook steeds op de laatste drie maanden berekend. In sommige sectoren is de automatische indexering al meer dan een eeuw oud.
Hoe is de indexkorf van producten samengesteld?
Dit gebeurt op basis van het tweejaarlijks huishoudbudgetonderzoek. Dat onderzoek peilt naar de uitgaven van de Belgische gezinnen. De basisregel stelt dat een product dat één duizendste deel van de totale uitgaven behelst, opgenomen wordt in de korf. Om het simpel te zeggen: geeft een gezin één duizendste of 0,1% van het gezinsinkomen uit aan brood, dan verschijnt brood in de korf.
In 2021 werden vijf zogenaamde ‘getuigen’ aan de korf toegevoegd: voedingssupplementen, dakkoffers, computermuizen, toetsenborden, psycholoogbezoek. Twee getuigen verdwenen: gps-toestellen en katoenen zakdoeken.
Wat zijn de voordelen van de automatische loonindexering?
- Het is een economische schokdemper die toelaat beter een crisis te overleven. Wanneer de prijzen stijgen, stijgen de lonen dus automatisch mee, zonder dat iemand daarvoor hoeft te onderhandelen. De indexering is universeel, voor lonen én uitkeringen, ongeacht sector of onderneming.
- Het bevordert de sociale vrede, omdat zonder automatische loonindexering keer op keer een sociaal conflict zou kunnen ontstaan wanneer de prijzen de hoogte in gaan. Loononderhandelingen tussen werknemer en werkgever gaan dan nog uitsluitend over reële loonsverhogingen, die bovenop de indexering komen.
- Eigen aan het Belgische systeem (met een grenswaarde, een zogenaamde ‘spilindex’ die kan verschillen van sector tot sector) is dat indexeringen zijn gespreid. Dit vermijdt economische schokken die zich zouden voordoen als alle lonen en uitkeringen op hetzelfde moment stijgen. De bescherming van de koopkracht beschermt het consumptieniveau en dus ook de economische activiteit.
- Het systeem garandeert solidariteit tussen sterke en minder sterke sectoren en tussen actieven en inactieven.
Lees meer over inflatie en index.
Hallo
De procenten loonindex is zowat de meest discriminerende ‘tool’ om de inflatie het hoofd tet bieden!
Hoe hoger het loon, hoe meer men toegeschoven krijgt!!! Van solidariteit gesproken!!!
De lagere inkomens hinken al decennia achterop door dit systeem dat in het leven is geroepen door, hoe kan het ook anders, zij met een mooie wedde, zij die de inflatie amper voelen, zij die met de centjes gaan lopen!!!
Ge moet maar durven, alhoewel de mens is en blijft een raar, egoïstisch ‘schepsel’.
Ikzelf ben een gepensioneerd werknemer en van mij mogen ze morgen dit systeem, ttz procentuele vergoeding mbt de inflatie, onmiddellijk afschaffen! Eindelijk iedereen, op dit vlak althans, gelijk voor de wet…
Als je kijkt naar het verschil in inkomensongelijkheid van OECD-landen tussen 1985 en 2008, is het haast overal drastisch gestegen, maar opvallend stabiel gebleven in België, waardoor we van 8e naar 4e beste plaats gegaan. Het feit dat we—naast Luxemburg—het enige land zijn waar alle sectoren automatisch geïndexeerd worden, speelt ongetwijfeld een rol.
Het zijn louter de rijken & werkgevers die voor afschaffing lobbyen, smeerlappen die meer ongelijkheid willen. Als werknemer of gepensioneerde valt daar geen enkel voordeel uit te halen.