Voor de mensen in Palestina begint elke dag onder een Israëlische militaire bezetting, die (doelbewust) leidt tot een bijzonder harde socio-economische situatie. Dit heeft verregaande gevolgen voor de Palestijnse werknemers, bijvoorbeeld in de steengroeves.
Naar schatting een kwart van alle Palestijnen – 1.4 miljoen mensen – leeft in armoede. Zij ondergaan verschillende vormen van onderdrukking en uitbuiting door de staat Israël die de werknemers verhindert hun recht op werk uit te oefenen. De vakbonden, als ze al bestaan, vertegenwoordigen nog maar 16% van de bevolking in 2018. Wat sociale zekerheid betreft, heeft bijvoorbeeld 70% van de bevolking geen toegang tot gezondheidszorg. Nochtans is er een nieuwe wet aangenomen die het werk vastlegt en de arbeidsomstandigheden waarin dit moet gebeuren. Helaas wordt de wet onvoldoende toegepast, met als gevolg dat het aantal Palestijnse grensarbeiders dat in Israëlische kolonies gaat werken, de voorbije jaren voortdurend toegenomen is. We spreken van 133.000 mensen voor de pandemie.
Palestijnse steengroeves
Vaak gaan de mensen op zoek naar werk in Israël, waar de lonen hoger liggen. Er bestaat nog altijd een grote loonkloof tussen de bezette Palestijnse gebieden en Israël, waar het minimumloon bijna viermaal zo hoog ligt. De Palestijnse grensarbeiders moeten echter tot een derde van hun loon afstaan aan de tussenpersonen die hun vergunning regelen. Ze moeten dikwijls in zeer precaire omstandigheden werken en hebben geen enkel veiligheidsmateriaal.
In de sector van de steengroeves, die ongeveer 20.000 uitsluitend mannelijke arbeiders tewerkstelt, is de situatie niet anders. Of het nu gaat over het loon, de werkdruk (en dan vooral het aantal werkuren) of de veiligheidsmaatregelen (uitrusting, veiligheidsmateriaal …), de werkomstandigheden beantwoorden zelden aan de vereisten van waardig werk. Dit alles dan nog eens tegen een achtergrond van dreigende sluitingen of inbeslagnames van materiaal.
De vakbond organiseert
De Palestijnen blijven weerstand bieden, en het middenveld blijft zich organiseren. De ‘Palestinian General Federation of Trade Unions (PGFTU)’, de belangrijkste Palestijnse vakbondsvereniging, is hier het grote voorbeeld. Deze vakbond, gesteund door de Algemene Centrale van het ABVV en door de vzw Solsoc, telt ongeveer 2.500 leden onder de arbeiders op de Westelijke Jordaanoever. De vakbond biedt zijn leden juridisch advies aan en een gratis opvolging van hun klachtendossiers. Er wordt ook gesensibiliseerd rond gezondheids- en veiligheidsmaatregelen op het werk, en ze bieden een verzekering tegen arbeidsongevallen aan. De werkgevers worden immers meestal niet verantwoordelijk gehouden voor ongevallen en betalen niet voor zorg of invaliditeit.
De PGTFU zet zich ook in voor de vorming van vakbondsdelegaties op de steengroeves. Zij maken de werknemers bewust van gezondheids- en veiligheidsmaateregelen en van de omstandigheden voor waardig werk. Hun doel: ervoor te zorgen dat ze beter in staat zijn om de rechten van de werknemers te verdedigen. De Palestijnse vakbond zet zich niet alleen in om de rechten van de werknemers te verbeteren, maar ook om ze op het terrein te verdedigen.
‘Palestinian Workers’
‘Palestinian Wworkers’ is een fototentoonstelling van Véronique Vercheval. Ze richt het oog – en de lens – op arbeiders in de Palestijnse steengroeves, die dagelijks de confrontatie aangaan met de moeilijkheden van de militaire bezetting door Israël en gaan werken in hachelijke omstandigheden.
De tentoonstelling loopt nog tot 6 oktober in PointCulture te Namen. Meer info vind je hier. Het materiaal is ook beschikbaar voor organisaties die geïnteresseerd zouden zijn. Daarvoor kan je hier het dossier raadplegen.