Vandaag ik, morgen jij – Rood, wit en zwart in Breendonk

Florian Strik
02/10/2025

Vandaag ik, morgen jij – Rood, wit en zwart in Breendonk

Vandaag ik, morgen jij – Rood, wit en zwart in Breendonk

Tachtig jaar na de bevrijding van de nazikampen blijft het verhaal van Breendonk een zwart litteken van de Belgische collaboratiegeschiedenis. In Vandaag ik, morgen jij duikt advocaat en auteur Jos Vander Velpen in deze beladen geschiedenis. Hij verweeft de verhalen van twee jonge verzetsstrijders met die van twee notoire Vlaamse SS’ers tot een gelaagd portret van verzet en collaboratie. Een gesprek over het belang van het in leven houden van de rode, witte en zwarte pagina’s van onze geschiedenis.

Als advocaat kennen de meeste mensen Jos Vander Velpen van zijn succesvolle veroordeling voor inbreuk op de racisme- en discriminatiewetgeving van het Vlaams Blok in 2004. Recenter was hij ook betrokken in het proces tegen Dries Van Langenhove en Schild & Vrienden. De strijd tegen discriminatie en extreemrechts loopt zo als een rode draad doorheen zijn carrière. Na al eerder twee boeken over Breendonk geschreven te hebben, keert hij nu voor de derde maal terug naar het meest notoire Belgische gevangenenkamp tijdens de nazibezetting.

Het resultaat is geen roman, maar een nauwgezette reconstructie, gebaseerd op gerechtelijke dossiers, getuigenissen en eigen herinneringen van de personages. Onderverdeeld in drie delen, rood, wit en zwart, vertelt het boek over de gruwelijke gebeurtenissen, maar toont het evenzeer inspirerende episodes van moed, solidariteit en hoop, zelfs tijdens de donkerste momenten van de bezetting.

Wat was uw persoonlijke motivatie om dit boek te schrijven?

Jos Vander Velpen: “Breendonk blijft een van de belangrijkste zwarte bladzijden uit onze geschiedenis. Vierduizend mensen zaten er gevangen, waarvan de helft het niet overleefd heeft. Toch is het decennialang onder de korenmaat gebleven, zeker na het uitbreken van de Koude Oorlog kreeg het veel minder aandacht. Je kan spreken van een vorm van collectief geheugenverlies, tot zelfs actieve geschiedvervalsing. Extreemrechts probeert Breendonk uit het geheugen te wissen, of de collaboratie te minimaliseren. Juist daarom voel ik een morele plicht om dit verhaal opnieuw te vertellen. Nieuwe generaties weten er vaak te weinig over. Geschiedenis is ook minder belangrijk geworden in het onderwijs. Terwijl dit net fundamentele kennis zou moeten zijn.”

“Breendonk blijft een van de belangrijkste zwarte bladzijden uit onze geschiedenis. Vierduizend mensen zaten er gevangen, waarvan de helft het niet overleefd heeft.”

Jos Vander Velpen

In de huid kruipen

Uw boek geeft niet alleen slachtoffers een stem, maar ook daders. Waarom heeft u die keuze gemaakt?

“Ik beschrijf de levens van twee beruchte Vlaamse SS-kampbewakers: Fernand Wyss en Richard De Bodt. Hun gruweldaden zijn uitvoerig gedocumenteerd in de processen na de oorlog. Samen waren ze verantwoordelijk voor tientallen moorden, folteringen en executies. Ze hebben monsterlijke daden gepleegd, maar ik weiger hen als ‘monsters’ te bestempelen. Ze waren mensen, en precies daarom dragen ze een verantwoordelijkheid. Niemand verplichtte Wyss om een gevangene in de gracht te duwen of hem met stenen te bekogelen. Wie in termen van ‘monsters’ denkt, stopt elke analyse en debat. Het is belangrijk om te begrijpen hoe mensen in staat zijn zulke daden te stellen. Enkel op die manier kunnen er lessen uit worden getrokken.”

Voor verzetslieden gebruikt u de ik-vorm, voor collaborateurs de derde persoon. Waarom?

“Ik heb Jan Van Calsteren (rood) en Marcel Arras (wit) persoonlijk gekend, en beschikte over hun notities en getuigenissen. Daardoor kon ik hun levens vanuit hun eigen stem reconstrueren. Voor de SS’ers had ik die bronnen niet. Maar zelfs al had ik die wel gehad, zou ik niet met hun stem willen spreken. Niet omdat ik hen wil ontmenselijken, maar omdat ik me niet wil identificeren met daders. Ik wil aantonen dat zij mensen waren die onmenselijke daden stelden. Dat is iets anders dan hen als ‘monsters’ of karikaturen neerzetten.”


De jaarlijkse 8-mei herdenking aan het fort van Breendonk (2025)


U schrijft over kleine en grote vormen van verzet. Hoe belangrijk waren die symbolische daden?

“Verzet begint altijd klein. Niemand blaast direct een kazerne op. Het begint met symbolische gebaren. Jan Van Calsteren liep tijdens de bezetting op 21 juli op de Antwerpse Meir rond met drie potloden in de kleuren van de Belgische vlag. Toen iemand van Zwarte Brigade, een collaborerende militantengroep, hem daarop aansprak, gaf hij hem het zwart potlood, want “dat past het beste bij u” zei Van Calsteren. Dat lijkt naïef, maar het is wel een daad van verzet. Later volgden grotere acties, waarvoor hij meerdere keren werd opgepakt en uiteindelijk in Breendonk en zelfs Dachau belandde. We vergeten vaak ook de rol van vrouwen: als koeriers, typistes en organisatoren. Jan’s vriendin eindigde in Ravensbrück, een concentratiekamp voor vrouwen, omdat ze boodschappen rondbracht. Dat soort werk viel minder op, maar was cruciaal. Het verzet was breder en diverser dan vaak wordt gedacht.”

Welke lessen kunnen we leren van het verleden?

“Vrijheid en democratie zijn nooit vanzelfsprekend. In de jaren dertig dacht niemand dat tien jaar later alle rechten afgeschaft zouden zijn. Ook nu zien we extreemrechtse bewegingen die het verleden ridiculiseren, de Holocaust minimaliseren en onbeschaamd nazisymbolen gebruiken. Vrijheden zijn broos en vergankelijk. In die zin is het boek ook een soort waarschuwing. Elke generatie moet zich actief verzetten tegen de afbrokkeling van democratie en de vrijheid.”


Vlak na de oorlog en met beperkte middelen hebben ze in het Breendonkproces meer dan 450 (!) getuigen laten voorkomen. Zonder die dossiers had ik dit boek niet kunnen schrijven.

Jos vander velpen

Het proces van de eeuw

Hoe kijkt u als advocaat naar de processen gevoerd in de nasleep van de tweede wereldoorlog?

“Ik stond er eigenlijk van te kijken hoe grondig men die processen heeft gevoerd. Vlak na de oorlog en met beperkte middelen hebben ze in het Breendonkproces meer dan 450 (!) getuigen laten voorkomen. Zonder die dossiers had ik dit boek niet kunnen schrijven. Natuurlijk zijn er ook fouten gemaakt en waren er ongelijkheden: wie onmiddellijk na de oorlog terechtstond, werd zwaarder gestraft dan wie pas jaren later voor de rechter kwam. Zo leefde De Bodt jarenlang ondergedoken in Duitsland vooraleer hij zijn proces kreeg. Zijn eerder, bij verstek, uitgesproken doodstraf werd omgezet naar levenslange dwangarbeid. Hij overleed in 1975 in de gevangenis van Sint-Gilis. Wyss werd in 1947 geëxecuteerd door een vuurpeloton. Het volledige proces blijft een historisch belangrijk titanenwerk.”

Heeft u zelf een persoonlijke band met deze geschiedenis?

“Ik kom uit een klein dorp in het Hageland, onder Sint-Truiden. Mijn ouders waren boeren en zaten zelf niet in het verzet, maar er een aantal jongeren uit mijn familie zaten wel in het verzet. Zij zijn ondergedoken bij familieleden van mijn ouders. Later ontdekte ik ook dat er in mijn dorp meer collaboratie was dan ik initieel dacht. Er zijn zelfs mensen na de oorlog veroordeeld. Voor mij werd het echt persoonlijk toen ik in de dossiers de naam tegenkwam van onze dorpsdokter die zelf Breendonk had overleefd. Hij kwam na de oorlog in onze streek wonen om te herstellen van wat hij daar heeft meegemaakt. Aan hem heb ik een vorig boek opgedragen. Het toont hoe dichtbij deze geschiedenis bij ons staat.”

U las voor dit boek duizenden pagina’s getuigenissen en processtukken. Is dat soms ook emotioneel zwaar?

“Het is bij momenten zeker moeilijk geweest. Je probeert het te begrijpen … Ik heb in mijn leven, als advocaat, veel geweld, moord en doodslag gezien en ben daar dus enigszins tegen gewapend. Maar de gruwel in Breendonk is niet te bevatten. Hoe kan een mens zo wreed zijn? Maar ook: hoe kan een mens zo moedig en solidair zijn? Ik heb momenten gehad dat ik dacht: zou ik zelf in staat zijn geweest te zwijgen onder marteling? Dat weet je niet. Je kunt het pas weten op het moment zelf. Daarom probeer ik ook met niet te veel pathos en emotioneel gedartel te schrijven: de feiten spreken voor zich. Ze zijn al emotioneel genoeg.”

Wat is de kernboodschap die u met ‘Vandaag ik, morgen jij’ wilt uitdragen?

“Dat vrijheid broos is. Breendonk toont hoe snel alles kan verdwijnen. De titel van het boek komt ook van de zin die een gevangene opschreef en dat vat het goed samen. Iedereen kan slachtoffer worden. Net daarom moeten we alert blijven en ons verzetten tegen elke uitholling van de democratie en rechtstaat.”




©Foto Jos Vander Velpen: Han Soete

Facebooktwitter

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

share Share

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

De Nieuwe Werker

FREE
VIEW