De film die voormalige daklozen een stem geeft

In juni kwam de documentaire Monstres de Poussière uit — een film die het woord geeft aan zij die nog te weinig geen stem in het maatschappelijk debat hebben: voormalige daklozen. We spraken met regisseuse Nina, en met Johnny, een van de twee hoofdpersonages, die twintig jaar op straat leefde. Op 17 oktober, de Werelddag van het Verzet tegen Armoede, herinneren hun getuigenissen ons aan het belang van solidariteit.
Wanneer arm zijn je Job is
De uitdrukking “être pauvre comme Job” is vooral in het Frans courant. Ze verwijst naar het Bijbelse personage Job en wordt gebruikt om iemand te beschrijven die in diepe armoede leeft. Maar Pauvre Job is ook de naam van een klein café aan de boulevard d’Avroy in Luik. Een toepasselijke naam, want onder de klanten bevinden zich veel (ex-)daklozen, waaronder ook Johnny.
Achteraan de zaal, bij een ronde tafel, wachten Johnny en Nina ons geduldig op. Het licht gloeit zachtjes. Op tafel staat een dampende koffie. Johnny lacht met een licht gebroken maar warme stem. Tegenover hem zit Nina met aandachtige blik. Hier, tussen twee drankjes, komen hun verhalen samen.
Met 20 jaar onder de sterrenhemel geleefde te hebben kent Johnny de straat als geen ander. “In het begin kwam ik gewoon naar het café om me op te warmen,” vertelt hij. “Ik leerde de bazin beter kennen en bracht na verloop van tijd ook wat vrienden mee.” De plek, met zijn versleten stoelen en discrete stamgasten, groeide uit tot een toevluchtsoord voor wie er geen meer had.
Vertellingsdrang
De film Monstres de Poussière toont die gebutste menselijkheid met een integer gevoel voor respect. Medelijden is niet aan de orde. Nina legt uit: “Alles begon toen ik vrijwilligerswerk deed in een centrum voor daklozen. Ik organiseerde er camera-workshops en filmvertoningen. Door die ontmoetingen wou ik hun verhalen graag verder vertellen, maar op een andere manier. Met een eerlijke blik en zonder vooroordelen.”
“Door die ontmoetingen wou ik hun verhalen graag verder vertellen. Met een eerlijke blik en zonder vooroordelen.”
Nina Marissiaux, regisseuse van de documentaire
Zij vindt ook dat er binnen kunst of cinema nog te vaak clichématig naar daklozen wordt gekeken. “Mensen die daklozen mee opnemen in hun werk, gaan er te vaak van uit dat zij hun verhaal altijd met de buitenwereld willen delen.” Johnny beaamt dat: “Er zijn dingen gebeurd die ik niet wil vertellen, en dat heb ik ook niet gedaan. Het is niet makkelijk om je leven te delen met mensen die je niet kent.”
Johnny ontmoette Nina tijdens een ontbijtuitdeling. “We praatten wat, het klikte snel tussen ons. Zo bleven we in contact, waarna we twee jaar geleden de film hebben gedraaid.” In de film komt ook Goyko voor, eveneens een voormalige dakloze, maar hij is er vandaag niet bij.
De straat, geen keuze
De film is meer dan enkel getuigenissen van voormalige daklozen. Het stelt ook onze collectieve houding tegenover armoede in vraag. Johnny spreekt vanuit zijn ervaring, van wat hij op de eerste rij heeft meegemaakt. “Ik ben eerst in de gevangenis beland, daarna ben ik mijn vrouw verloren. Toen begon ik met drugs, ik hing rond met mensen die in hetzelfde schuitje zaten. Op een gegeven moment was ik het beu, ik wou zelfmoord plegen. Gelukkig kon ik met Nina praten.” Met haar heeft hij een hechte vriendschap opgebouwd. “Zij is mijn dochter,” zegt hij met een glimlach. “Mijn dochter van het hart.”
“Vandaag zie ik de werkloosheid stijgen. Er zullen weer mensen uitgesloten worden. Ze zullen op straat belanden. Door de politici. Het leven is al duur, en ze blijven mensen nog meer afnemen,” zegt hij verontwaardigd. Nina knikt: “Dakloosheid is nooit een keuze. Niemand wil buiten slapen of doodvriezen.” Johnny bevestigt dit: “De straat is elke dag een strijd. Ik ben eruit geraakt dankzij een vriend, een slager. Hij hielp me met alle administratieve stappen om een appartement te vinden.”

“Op straat leven is een dagelijkse strijd.”
— Johnny, voormalig dakloze
Eerst een woning
Housing first is een begeleidingsmethode die een stabiele en permanente woning als eerste stap ziet om uit dakloosheid te geraken.
Johnny is rotsvast overtuigd dat dit de manier is om mensen terug in het zadel te krijgen: “Een eigen huis hebben deed me goed. Ik kon eindelijk rusten, herstellen, mijn leven weer in handen nemen. Zonder mijn vriend en mijn huis had ik waarschijnlijk nog maar twee jaar geleefd,” zegt hij geëmotioneerd. Toch blijft hij kritisch: “Het systeem werkt niet. In tehuizen betaal je 600 euro voor slecht eten en een hoop regels.” Daarom is hij kwaad wanneer de regering aankondigt dat ze het Plan Grand Froid (noodplan voor de winter) niet meer zal financieren. “Er gaan veel mensen sterven. De ministers zitten er warmpjes bij. Elke winter sterven er mensen op straat.”
Voor Nina ligt de oplossing ook in huisvesting: “Een dak is niet zomaar een dak. Het is warmte, intimiteit, waardigheid. Het is de mogelijkheid om een deur te sluiten en je veilig te voelen.”
Wanneer we het over werk hebben als middel om eruit te raken, reageert Johnny resoluut: “Dat kan zeker helpen, maar zonder woning heeft dat geen zin.” Tijdens zijn moeilijke periode kreeg hij steun van het ABVV in Luik, waarvoor hij dankbaar is. “De rooien zijn de besten,” zegt hij met een grijns, en ontlokt ons een glimlach.
“We bestaan tenminste”
En de film zelf — wat heeft die voor hem veranderd? Johnny denkt even na. “Ik was het beu dat mensen met ons lachten. Ze zagen ons als honden. Zelfs geen goeiedag. We worden gewoon genegeerd. Nu bestaan we tenminste. Hopelijk verandert deze film iets op dat vlak.”
De titel Monstres de Poussière stond niet meteen vast. “In het begin vonden ze die niet zo leuk,” vertelt Nina. “Maar het was een zin van een dakloze die ik ooit ontmoette, en die er nu niet meer is.” Een manier om te spreken over wie men niet meer aankijkt, over mensen die worden weggeveegd als stof. Johnny geeft toe: “Met de muziek erbij paste het goed. En het is eigenlijk een mooie titel.”
De documentaire is een bescheiden succes. Er vonden al meerdere vertoningen plaats, telkens gevolgd door debatten waarbij de hoofdpersonages aanwezig zijn. De film won zelfs de hoofdprijs op het Italiaanse Faito Doc Festival.
Toekomstperspectief
Op deze symbolische dag vragen we hen tot slot een boodschap te delen. Johnny zegt, zichtbaar ontroerd: “Ik hoop dat politici hun debiele beleid veranderen. Dat het leven beter wordt. Dat er minder armen op straat zijn…”
Nina, rustiger, voegt toe: “We moeten ons verzetten tegen het idee van verdienste, dat mensen de schuld geeft van hun situatie. En aan de toenemende polarisatie in de samenleving. We moeten ons opnieuw verbinden met waarden die ons menselijk maken. Deze mensen, die jaren van geweld, uitsluiting en verwaarlozing hebben meegemaakt, dragen dat mee in hun lichamen.” Ze besluit: “In je eentje is het heel moeilijk om uit het daklozenbestaan te geraken. Je hebt hulp nodig, al is het maar een eerste zet. Kortom: solidariteit is de sleutel.”

“We moeten ons verzetten tegen het idee van verdienste, dat de schuld bij het individu legt. We moeten terug menselijke waarden omarmen.”
— Nina Marissiaux, regisseuse van de documentaire
In het café Pauvre Job is de koffie intussen koud geworden. Johnny drinkt zijn glas leeg en trekt zijn jas aan. “Ik rook nog altijd te veel, ik geraak er niet vanaf,” zegt hij met een glimlach terwijl hij naar buiten stapt. We kijken hem na, en alles lijkt samengevat: solidariteit, waardigheid, en de overtuiging dat geen enkel leven slechts poussière is.


