Op vrijdag 13 mei voerden de drie vakbonden actie in West-Vlaanderen. Met meer dan 2.500 werknemers verzamelden ze op het Nelson Mandelaplein in Kortrijk met één simpele eis: schaf de loonnormwet af.

Die wet bepaalt hoeveel de lonen mogen stijgen, om de concurrentiepositie met onze buurlanden te kunnen behouden. Maar die formule houdt geen rekening met een aantal factoren, waardoor de loonmarge telkens erbarmelijk laag ligt: 0,4% was het percentage die beschikbaar om rond te onderhandelen. En dit terwijl veel bedrijven de afgelopen jaren grote winsten bleven boeken en de inflatie en hoge energiekosten het voor een steeds groter wordende groep steeds moeilijker maakt om rond te komen op het einde van de maand.

Dit was ook merkbaar aan de grote opkomst voor deze actie. Het publiek bestond niet enkel uit vakbondsdelegees, maar voor een groot stuk ook uit mensen die voor het eerst aan syndicale acties deelnamen.

Tijdens de actie kwamen drie vakbondsafgevaardigden aan het woord, die elk vanuit hun eigen ervaring vertelden hoe ze omgaan met collega’s die het moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Namens ABVV nam Nancy, delegee bij i-mens, het woord. Ze ziet schrijnende dingen gebeuren.

“Dit wordt echt een verhaal van niet meer kunnen betalen. De boodschappenlijst wordt duurder, hulp vragen kost geld. Sommige klanten haken echt af omdat ze die broodnodige hulp van ons niet meer kunnen betalen. Zelf strijden we voor hoger loon en meer koopkracht. Het zijn zaken die iedereen voelt.”

Het volledig gevulde Nelson Mandelaplein wakkert de vlam van de syndicale strijd alvast verder aan. De laatste rechte lijn naar de Nationale Manifestatie van 20 juni is ingezet. We zien elkaar in Brussel.